Aankakken (to do) conjugation

Dutch
3 examples

Conjugation of aankakken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
kak aan
I do
kakt aan
you do
kakt aan
he/she/it does
kakken aan
we do
kakken aan
you all do
kakken aan
they do
Present perfect tense
heb aangekakt
I have done
hebt aangekakt
you have done
heeft aangekakt
he/she/it has done
hebben aangekakt
we have done
hebben aangekakt
you all have done
hebben aangekakt
they have done
Past tense
kakte aan
I did
kakte aan
you did
kakte aan
he/she/it did
kakten aan
we did
kakten aan
you all did
kakten aan
they did
Future tense
zal aankakken
I will do
zult aankakken
you will do
zal aankakken
he/she/it will do
zullen aankakken
we will do
zullen aankakken
you all will do
zullen aankakken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aankakken
I would do
zou aankakken
you would do
zou aankakken
he/she/it would do
zouden aankakken
we would do
zouden aankakken
you all would do
zouden aankakken
they would do
Subjunctive mood
kakke aan
I do
kakke aan
you do
kakke aan
he/she/it do
kakke aan
we do
kakke aan
you all do
kakke aan
they do
Past perfect tense
had aangekakt
I had done
had aangekakt
you had done
had aangekakt
he/she/it had done
hadden aangekakt
we had done
hadden aangekakt
you all had done
hadden aangekakt
they had done
Future perf.
zal aangekakt hebben
I will have done
zal aangekakt hebben
you will have done
zal aangekakt hebben
he/she/it will have done
zullen aangekakt hebben
we will have done
zullen aangekakt hebben
you all will have done
zullen aangekakt hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangekakt hebben
I would have done
zou aangekakt hebben
you would have done
zou aangekakt hebben
he/she/it would have done
zouden aangekakt hebben
we would have done
zouden aangekakt hebben
you all would have done
zouden aangekakt hebben
they would have done
Present bijzin tense
aankak
I do
aankakt
you do
aankakt
he/she/it does
aankakken
we do
aankakken
you all do
aankakken
they do
Past bijzin tense
aankakte
I did
aankakte
you did
aankakte
he/she/it did
aankakten
we did
aankakten
you all did
aankakten
they did
Future bijzin tense
zal aankakken
I will do
zult aankakken
you will do
zal aankakken
he/she/it will do
zullen aankakken
we will do
zullen aankakken
you all will do
zullen aankakken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aankakken
I would do
zou aankakken
you would do
zou aankakken
he/she/it would do
zouden aankakken
we would do
zouden aankakken
you all would do
zouden aankakken
they would do
Subjunctive bijzin mood
aankakke
I do
aankakke
you do
aankakke
he/she/it do
aankakke
we do
aankakke
you all do
aankakke
they do
Du
Ihr
Imperative mood
kak aan
do
kakt aan
do

Examples of aankakken

Example in DutchTranslation in English
Als je dienst begint om 08.00 kan je niet komen aankakken om 08.00 en 24 seconden.When I tell you your shift begins at 0800, that doesn't mean you can stroll in here at 0800 and 24 seconds.
Kom je eindelijk aankakken?- Er, take your time, why don't you (?
U komt ook altijd met van die slimme dingen aankakken.Well, you do have a penchant for pulling brilliant ideas out of your butt.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aanbakken
stick to the pan
aanbikken
do
aandikken
do
aanfokken
breed
aanhikken
do
aankalken
do
aankanten
do
aankappen
do
aankijken
look at
aankoeken
enter into
aankweken
cultivate
aanlokken
luff
aanpakken
seize
aanpikken
hitch
aanrukken
hang around

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?