Aankanten (to do) conjugation

Dutch
10 examples

Conjugation of aankanten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
kant aan
I do
kant aan
you do
kant aan
he/she/it does
kanten aan
we do
kanten aan
you all do
kanten aan
they do
Present perfect tense
heb aangekant
I have done
hebt aangekant
you have done
heeft aangekant
he/she/it has done
hebben aangekant
we have done
hebben aangekant
you all have done
hebben aangekant
they have done
Past tense
kantte aan
I did
kantte aan
you did
kantte aan
he/she/it did
kantten aan
we did
kantten aan
you all did
kantten aan
they did
Future tense
zal aankanten
I will do
zult aankanten
you will do
zal aankanten
he/she/it will do
zullen aankanten
we will do
zullen aankanten
you all will do
zullen aankanten
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aankanten
I would do
zou aankanten
you would do
zou aankanten
he/she/it would do
zouden aankanten
we would do
zouden aankanten
you all would do
zouden aankanten
they would do
Subjunctive mood
kante aan
I do
kante aan
you do
kante aan
he/she/it do
kante aan
we do
kante aan
you all do
kante aan
they do
Past perfect tense
had aangekant
I had done
had aangekant
you had done
had aangekant
he/she/it had done
hadden aangekant
we had done
hadden aangekant
you all had done
hadden aangekant
they had done
Future perf.
zal aangekant hebben
I will have done
zal aangekant hebben
you will have done
zal aangekant hebben
he/she/it will have done
zullen aangekant hebben
we will have done
zullen aangekant hebben
you all will have done
zullen aangekant hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangekant hebben
I would have done
zou aangekant hebben
you would have done
zou aangekant hebben
he/she/it would have done
zouden aangekant hebben
we would have done
zouden aangekant hebben
you all would have done
zouden aangekant hebben
they would have done
Present bijzin tense
aankant
I do
aankant
you do
aankant
he/she/it does
aankanten
we do
aankanten
you all do
aankanten
they do
Past bijzin tense
aankantte
I did
aankantte
you did
aankantte
he/she/it did
aankantten
we did
aankantten
you all did
aankantten
they did
Future bijzin tense
zal aankanten
I will do
zult aankanten
you will do
zal aankanten
he/she/it will do
zullen aankanten
we will do
zullen aankanten
you all will do
zullen aankanten
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aankanten
I would do
zou aankanten
you would do
zou aankanten
he/she/it would do
zouden aankanten
we would do
zouden aankanten
you all would do
zouden aankanten
they would do
Subjunctive bijzin mood
aankante
I do
aankante
you do
aankante
he/she/it do
aankante
we do
aankante
you all do
aankante
they do
Du
Ihr
Imperative mood
kant aan
do
kant aan
do

Examples of aankanten

Example in DutchTranslation in English
- Je duwt hem tegen de kant aan.-You're gonna run him into the dock.
- We houden hem hier. Als je nadert, kom dan van deze kant aan. Roddy, stop daar nu meteen mee.And I love the idea that occasionally something happens where you doubt your own commitment to that decision.
Als hij er niets aan doet, heb je onze toestemming... om de mensen aan zijn kant aan te vallen... met zoveel geweld als je nodig lijkt.If he does not stop them, you have our express permission to harry and persecute the people on his side of the border with as much aggression and as much force as you see fit.
Dat is de mindere kant aan het wonen in een kleine stad.That's the downside of living in a smallown.
Een dozijn Ieren vielen van jouw kant aan.A dozen Irish have blazed your way.
Dan slaan we een gat in het dak, de deur opent en we vallen van twee kanten aan.First, cut open the roof by laser The door opens we attack from above and below
Die trut valt ons van alle kanten aan en ik kan niet bewijzen dat zij 't was.This pitch bitch is coming at us sideways, and I can't prove she had anything to do with that.
Er zitten altijd twee kanten aan de dingen die je doet.There's always two layers to everything you do.
Er zitten twee kanten aan de zaak.Now, it works both ways, doesn't it?
Er zitten twee kanten aan.He got the upside, I got the downside.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aankakken
do
aankalken
do
aankappen
do
aankloten
do
aanmunten
coin
aanpunten
sharpen

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?