Dobberen (to float) conjugation

Dutch
12 examples

Conjugation of dobberen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
dobber
I float
dobbert
you float
dobbert
he/she/it floats
dobberen
we float
dobberen
you all float
dobberen
they float
Present perfect tense
heb gedobberd
I have floated
hebt gedobberd
you have floated
heeft gedobberd
he/she/it has floated
hebben gedobberd
we have floated
hebben gedobberd
you all have floated
hebben gedobberd
they have floated
Past tense
dobberde
I floated
dobberde
you floated
dobberde
he/she/it floated
dobberden
we floated
dobberden
you all floated
dobberden
they floated
Future tense
zal dobberen
I will float
zult dobberen
you will float
zal dobberen
he/she/it will float
zullen dobberen
we will float
zullen dobberen
you all will float
zullen dobberen
they will float
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou dobberen
I would float
zou dobberen
you would float
zou dobberen
he/she/it would float
zouden dobberen
we would float
zouden dobberen
you all would float
zouden dobberen
they would float
Subjunctive mood
dobbere
I float
dobbere
you float
dobbere
he/she/it float
dobbere
we float
dobbere
you all float
dobbere
they float
Past perfect tense
had gedobberd
I had floated
had gedobberd
you had floated
had gedobberd
he/she/it had floated
hadden gedobberd
we had floated
hadden gedobberd
you all had floated
hadden gedobberd
they had floated
Future perf.
zal gedobberd hebben
I will have floated
zal gedobberd hebben
you will have floated
zal gedobberd hebben
he/she/it will have floated
zullen gedobberd hebben
we will have floated
zullen gedobberd hebben
you all will have floated
zullen gedobberd hebben
they will have floated
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gedobberd hebben
I would have floated
zou gedobberd hebben
you would have floated
zou gedobberd hebben
he/she/it would have floated
zouden gedobberd hebben
we would have floated
zouden gedobberd hebben
you all would have floated
zouden gedobberd hebben
they would have floated
Du
Ihr
Imperative mood
dobber
float
dobbert
float

Examples of dobberen

Example in DutchTranslation in English
- Het spijt me... maar als jij zakt, kun je de rest van je leven... in het zwembad van je ouders dobberen.-If you flunk out of Harvard, you can spend the rest of your life floating in your paren
Een dure boot om in te dobberen.Priceless boats offers the most fun afloat.
En ik bedoel rijden, niet dobberen.And I mean riding, not floating.
Gewoon dobberen in de vijver, totdat een domme nozem komt opdagen met een zak oud brood.Just floating on the pond until some dumb sap shows up with a sack of stale bread.
Heb je die lijken in de rivier zien dobberen?You've seen them bodies floating in the river? You seen them?
De nieuwe beschuldigingen blijven misschien plakken... omdat het politiehoofd... je chemische wapens zag inladen... op de parade dobber.Well, these new charges might stick, because the Chief of Police... Saw you loading chemical weapons onto that parade float.
'Mijn ziel is een betoverde boot die als een slapende zwaan dobbert...' '...op uw zoete gezang.' Shelley, voorgedragen door Burton.- [as Richard Burton] "My soul is an enchanted boat, "which, like a sleeping swan, doth float upon the silver waves of thy sweet singing." That's Shelley, read by Burton.
'Mijn ziel is een betoverde boot die dobbert als een slapende zwaan...' '...op de zilveren golven van uw zoete gezang.'- [as Alan Bennett] "My soul is an enchanted boat, "which, like a sleeping swan, "doth float upon the silver waves of thy sweet singing."
Het is moeilijk om contact met de mensen te krijgen als je daar op die Golf van Tonkin dobbert.Pretty hard to make contact with the people, when you're out floating in the Golf of Tonkin.
Maar het merendeel van de tijd voelen we ons als William Holden die in het zwembad dobbert.And yet most of the time, we feel like William Holden floating in the pool.
Toen Charlotte klein was... en we hier net woonden, stond ze precies daar... waar jij nu dobbert, en keek met mij naar de sneeuw.When Charlotte was young, after we moved in, she used to stand right... right there, where you're floating and watch the snow with me.
Een paar lichamen, ergens dobberend... ik weet zeker dat hij dat niet alledaags ziet.A couple of bodies floating up in the middle of nowhere, I'm sure it's not something it sees everyday.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bibberen
shiver
bobberen
do
dibberen
do
dobbelen
dice
dokkeren
do
dokteren
doctor
donderen
thunder
donkeren
do
dotteren
do
labberen
do
lebberen
do
lobberen
do
lubberen
do
robberen
do
sabberen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

dichtnaaien
sew together
dichtstoppen
stop up
dicteeën
do
diepen
deepen
discrimineren
discredit
distribueren
distill
dobbelen
dice
doceren
teach
dokken
cough up
donderstralen
thunder jets

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'float':

None found.
Learning languages?