Doorprikken (to prick) conjugation

Dutch
8 examples

Conjugation of doorprikken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
prik door
I prick
prikt door
you prick
prikt door
he/she/it pricks
prikken door
we prick
prikken door
you all prick
prikken door
they prick
Present perfect tense
heb doorgeprikt
I have pricked
hebt doorgeprikt
you have pricked
heeft doorgeprikt
he/she/it has pricked
hebben doorgeprikt
we have pricked
hebben doorgeprikt
you all have pricked
hebben doorgeprikt
they have pricked
Past tense
prikte door
I pricked
prikte door
you pricked
prikte door
he/she/it pricked
prikten door
we pricked
prikten door
you all pricked
prikten door
they pricked
Future tense
zal doorprikken
I will prick
zult doorprikken
you will prick
zal doorprikken
he/she/it will prick
zullen doorprikken
we will prick
zullen doorprikken
you all will prick
zullen doorprikken
they will prick
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou doorprikken
I would prick
zou doorprikken
you would prick
zou doorprikken
he/she/it would prick
zouden doorprikken
we would prick
zouden doorprikken
you all would prick
zouden doorprikken
they would prick
Subjunctive mood
prikke door
I prick
prikke door
you prick
prikke door
he/she/it prick
prikke door
we prick
prikke door
you all prick
prikke door
they prick
Past perfect tense
had doorgeprikt
I had pricked
had doorgeprikt
you had pricked
had doorgeprikt
he/she/it had pricked
hadden doorgeprikt
we had pricked
hadden doorgeprikt
you all had pricked
hadden doorgeprikt
they had pricked
Future perf.
zal doorgeprikt hebben
I will have pricked
zal doorgeprikt hebben
you will have pricked
zal doorgeprikt hebben
he/she/it will have pricked
zullen doorgeprikt hebben
we will have pricked
zullen doorgeprikt hebben
you all will have pricked
zullen doorgeprikt hebben
they will have pricked
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou doorgeprikt hebben
I would have pricked
zou doorgeprikt hebben
you would have pricked
zou doorgeprikt hebben
he/she/it would have pricked
zouden doorgeprikt hebben
we would have pricked
zouden doorgeprikt hebben
you all would have pricked
zouden doorgeprikt hebben
they would have pricked
Present bijzin tense
doorprik
I prick
doorprikt
you prick
doorprikt
he/she/it pricks
doorprikken
we prick
doorprikken
you all prick
doorprikken
they prick
Past bijzin tense
doorprikte
I pricked
doorprikte
you pricked
doorprikte
he/she/it pricked
doorprikten
we pricked
doorprikten
you all pricked
doorprikten
they pricked
Future bijzin tense
zal doorprikken
I will prick
zult doorprikken
you will prick
zal doorprikken
he/she/it will prick
zullen doorprikken
we will prick
zullen doorprikken
you all will prick
zullen doorprikken
they will prick
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou doorprikken
I would prick
zou doorprikken
you would prick
zou doorprikken
he/she/it would prick
zouden doorprikken
we would prick
zouden doorprikken
you all would prick
zouden doorprikken
they would prick
Subjunctive bijzin mood
doorprikke
I prick
doorprikke
you prick
doorprikke
he/she/it prick
doorprikke
we prick
doorprikke
you all prick
doorprikke
they prick
Du
Ihr
Imperative mood
prik door
prick
prikt
prick

Examples of doorprikken

Example in DutchTranslation in English
Al die vrouwen dood omdat ze jouw klein fragiel ego durfden te doorprikken.All those women dead because they dared to prick your fragile little male ego.
Toen ik met Haldeman en Ehrlichman sprak, zei ik 'De steenpuist moet doorgeprikt worden. 'Speaking to Haldeman and Ehrlichman I said "The boil had to be pricked. "
Maar doe het snel en diep, alsof je een ballon doorprikt.You want to go in perpendicular, but the trick is to prick fast and deep just like you're popping a balloon.
- Het prikt een beetje, dat is alles.- What is it? It's prickly, that's all.
Als je me prikt, bloed ik dan niet?If you prick me, do I not bleed?
Als je me prikt, bloed ik niet?If you prick me, do I not bleed?
Als je ons prikt, bloeden wij dan niet?If you prick us do we not bleed? Shakespeare, Mr. Boone,
Als je ons prikt, schreeuwen we dan niet en vallen we dan niet flauw?If you prick us do we not scream and pass out?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

doorklikken
do
doorslikken
swallow
doorstikken
topstitch

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'prick':

None found.
Learning languages?