Voorbinden (to do) conjugation

Dutch
8 examples

Conjugation of voorbinden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bind voor
I do
bindt voor
you do
bindt voor
he/she/it does
binden voor
we do
binden voor
you all do
binden voor
they do
Present perfect tense
heb voorgebonden
I have done
hebt voorgebonden
you have done
heeft voorgebonden
he/she/it has done
hebben voorgebonden
we have done
hebben voorgebonden
you all have done
hebben voorgebonden
they have done
Past tense
bond voor
I did
bond voor
you did
bond voor
he/she/it did
bonden voor
we did
bonden voor
you all did
bonden voor
they did
Future tense
zal voorbinden
I will do
zult voorbinden
you will do
zal voorbinden
he/she/it will do
zullen voorbinden
we will do
zullen voorbinden
you all will do
zullen voorbinden
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou voorbinden
I would do
zou voorbinden
you would do
zou voorbinden
he/she/it would do
zouden voorbinden
we would do
zouden voorbinden
you all would do
zouden voorbinden
they would do
Subjunctive mood
binde voor
I do
binde voor
you do
binde voor
he/she/it do
binde voor
we do
binde voor
you all do
binde voor
they do
Past perfect tense
had voorgebonden
I had done
had voorgebonden
you had done
had voorgebonden
he/she/it had done
hadden voorgebonden
we had done
hadden voorgebonden
you all had done
hadden voorgebonden
they had done
Future perf.
zal voorgebonden hebben
I will have done
zal voorgebonden hebben
you will have done
zal voorgebonden hebben
he/she/it will have done
zullen voorgebonden hebben
we will have done
zullen voorgebonden hebben
you all will have done
zullen voorgebonden hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou voorgebonden hebben
I would have done
zou voorgebonden hebben
you would have done
zou voorgebonden hebben
he/she/it would have done
zouden voorgebonden hebben
we would have done
zouden voorgebonden hebben
you all would have done
zouden voorgebonden hebben
they would have done
Present bijzin tense
voorbind
I do
voorbindt
you do
voorbindt
he/she/it does
voorbinden
we do
voorbinden
you all do
voorbinden
they do
Past bijzin tense
voorbond
I did
voorbond
you did
voorbond
he/she/it did
voorbonden
we did
voorbonden
you all did
voorbonden
they did
Future bijzin tense
zal voorbinden
I will do
zult voorbinden
you will do
zal voorbinden
he/she/it will do
zullen voorbinden
we will do
zullen voorbinden
you all will do
zullen voorbinden
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou voorbinden
I would do
zou voorbinden
you would do
zou voorbinden
he/she/it would do
zouden voorbinden
we would do
zouden voorbinden
you all would do
zouden voorbinden
they would do
Subjunctive bijzin mood
voorbinde
I do
voorbinde
you do
voorbinde
he/she/it do
voorbinde
we do
voorbinde
you all do
voorbinde
they do
Du
Ihr
Imperative mood
bind voor
do
bindt
do

Examples of voorbinden

Example in DutchTranslation in English
Hoe kan ik me binden voor het leven, als ik niet weet wat voor 'n leven ik wil ?I don't know how I'm supposed to commit to sharing the rest of my life with someone when I don't even know what kind of life I want.
Hoe kan jij je binden voor het leven, als je niet weet wat voor 'n leven jij wilt ?How can you commit for the rest of your life when you don't even know what kind of life you want?
Maar de gedachte om me aan haar te binden voor de rest van mijn leven...But the idea of tying myself down... for the rest of my life...
- Wat voor geld? Ik wil precies weten wat u en Göran bindt.I won't back down until I find the connection between you and Göran.
- Ze bindt zich niet graag.She doesn't like attachments.
Als je zoveel van hem houdt, waarom bindt je je dan niet.If you like him so much, why don't you commit yourself?
Dat ze de lijm zijn die ons bindt.♪ call me up and say, "what's there left to do?" ♪
Dus, het enige wat ons bindt zijn die verschrikkelijke momenten uit ons leven.That's because that's all they have. They don't know you, Elliot.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

voorbidden
pray
voorwenden
pretend

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

voorbakken
do
voorbedingen
stipulate beforehand
voorbijfietsen
do
voorbijkomen
come by
voorbijzien
overlook
voorblijven
remain
voorlaten
do
voorlichten
read
vooropstaan
prevail
voorrekenen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?