Voorrekenen (to do) conjugation

Dutch
9 examples

Conjugation of voorrekenen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
reken voor
I do
rekent voor
you do
rekent voor
he/she/it does
rekenen voor
we do
rekenen voor
you all do
rekenen voor
they do
Present perfect tense
heb voorgerekend
I have done
hebt voorgerekend
you have done
heeft voorgerekend
he/she/it has done
hebben voorgerekend
we have done
hebben voorgerekend
you all have done
hebben voorgerekend
they have done
Past tense
rekende voor
I did
rekende voor
you did
rekende voor
he/she/it did
rekenden voor
we did
rekenden voor
you all did
rekenden voor
they did
Future tense
zal voorrekenen
I will do
zult voorrekenen
you will do
zal voorrekenen
he/she/it will do
zullen voorrekenen
we will do
zullen voorrekenen
you all will do
zullen voorrekenen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou voorrekenen
I would do
zou voorrekenen
you would do
zou voorrekenen
he/she/it would do
zouden voorrekenen
we would do
zouden voorrekenen
you all would do
zouden voorrekenen
they would do
Subjunctive mood
rekene voor
I do
rekene voor
you do
rekene voor
he/she/it do
rekene voor
we do
rekene voor
you all do
rekene voor
they do
Past perfect tense
had voorgerekend
I had done
had voorgerekend
you had done
had voorgerekend
he/she/it had done
hadden voorgerekend
we had done
hadden voorgerekend
you all had done
hadden voorgerekend
they had done
Future perf.
zal voorgerekend hebben
I will have done
zal voorgerekend hebben
you will have done
zal voorgerekend hebben
he/she/it will have done
zullen voorgerekend hebben
we will have done
zullen voorgerekend hebben
you all will have done
zullen voorgerekend hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou voorgerekend hebben
I would have done
zou voorgerekend hebben
you would have done
zou voorgerekend hebben
he/she/it would have done
zouden voorgerekend hebben
we would have done
zouden voorgerekend hebben
you all would have done
zouden voorgerekend hebben
they would have done
Present bijzin tense
voorreken
I do
voorrekent
you do
voorrekent
he/she/it does
voorrekenen
we do
voorrekenen
you all do
voorrekenen
they do
Past bijzin tense
voorrekende
I did
voorrekende
you did
voorrekende
he/she/it did
voorrekenden
we did
voorrekenden
you all did
voorrekenden
they did
Future bijzin tense
zal voorrekenen
I will do
zult voorrekenen
you will do
zal voorrekenen
he/she/it will do
zullen voorrekenen
we will do
zullen voorrekenen
you all will do
zullen voorrekenen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou voorrekenen
I would do
zou voorrekenen
you would do
zou voorrekenen
he/she/it would do
zouden voorrekenen
we would do
zouden voorrekenen
you all would do
zouden voorrekenen
they would do
Subjunctive bijzin mood
voorrekene
I do
voorrekene
you do
voorrekene
he/she/it do
voorrekene
we do
voorrekene
you all do
voorrekene
they do
Du
Ihr
Imperative mood
reken voor
do
rekent
do

Examples of voorrekenen

Example in DutchTranslation in English
Als je wilt zal je graag even mijn verlies voorrekenen.If you want me to break down the financials for you, I'll be glad to do it.
Het zijn workaholics, je kan er niet op rekenen voor je sociaal leven, ze scheiden veel meer dan anderen, en laat me niet beginnen over hun God complex.They're workaholics, not socially dependable, their divorce rate is terrible, and don't even get me started on their God complex.
Ik weet dat ik kan altijd op je rekenen voor een ontwerp van zelfvertrouwen wanneer ik begin te twijfelen.I know I can always count on you for a draught of self-confidence whenever I start to doubt.
Kan ik nog op je rekenen voor de weduwen en wezen feest, dit jaar?Can I still count on you for the Widows and Orphans event this year?
'Liefde rekent kwaad niet...'Love does not..."
- Jongens, iedereen daar rekent op ons.Guys, everyone down there is counting on us.
- Maar ik ben klaar, ik kwam hier met een taak en iedereen rekent op mij.I don't think that's a good idea. But I'm ready! I came here with a job to do and everyone's counting on me.
- Nou, als wat u rekent, wordt verminderd, wat berekenen de artsen dan?Well if what you charge is reduced, what do the doctors charge?
-Nasedo rekent af met Pierce.- Nasedo will take care of Pierce.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

voortekenen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?