Opvieren (to do) conjugation

Dutch
9 examples

Conjugation of opvieren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vier op
I do
viert op
you do
viert op
he/she/it does
vieren op
we do
vieren op
you all do
vieren op
they do
Present perfect tense
heb opgevierd
I have done
hebt opgevierd
you have done
heeft opgevierd
he/she/it has done
hebben opgevierd
we have done
hebben opgevierd
you all have done
hebben opgevierd
they have done
Past tense
vierde op
I did
vierde op
you did
vierde op
he/she/it did
vierden op
we did
vierden op
you all did
vierden op
they did
Future tense
zal opvieren
I will do
zult opvieren
you will do
zal opvieren
he/she/it will do
zullen opvieren
we will do
zullen opvieren
you all will do
zullen opvieren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou opvieren
I would do
zou opvieren
you would do
zou opvieren
he/she/it would do
zouden opvieren
we would do
zouden opvieren
you all would do
zouden opvieren
they would do
Subjunctive mood
viere op
I do
viere op
you do
viere op
he/she/it do
viere op
we do
viere op
you all do
viere op
they do
Past perfect tense
had opgevierd
I had done
had opgevierd
you had done
had opgevierd
he/she/it had done
hadden opgevierd
we had done
hadden opgevierd
you all had done
hadden opgevierd
they had done
Future perf.
zal opgevierd hebben
I will have done
zal opgevierd hebben
you will have done
zal opgevierd hebben
he/she/it will have done
zullen opgevierd hebben
we will have done
zullen opgevierd hebben
you all will have done
zullen opgevierd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opgevierd hebben
I would have done
zou opgevierd hebben
you would have done
zou opgevierd hebben
he/she/it would have done
zouden opgevierd hebben
we would have done
zouden opgevierd hebben
you all would have done
zouden opgevierd hebben
they would have done
Present bijzin tense
opvier
I do
opviert
you do
opviert
he/she/it does
opvieren
we do
opvieren
you all do
opvieren
they do
Past bijzin tense
opvierde
I did
opvierde
you did
opvierde
he/she/it did
opvierden
we did
opvierden
you all did
opvierden
they did
Future bijzin tense
zal opvieren
I will do
zult opvieren
you will do
zal opvieren
he/she/it will do
zullen opvieren
we will do
zullen opvieren
you all will do
zullen opvieren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou opvieren
I would do
zou opvieren
you would do
zou opvieren
he/she/it would do
zouden opvieren
we would do
zouden opvieren
you all would do
zouden opvieren
they would do
Subjunctive bijzin mood
opviere
I do
opviere
you do
opviere
he/she/it do
opviere
we do
opviere
you all do
opviere
they do
Du
Ihr
Imperative mood
vier op
do
viert op
do

Examples of opvieren

Example in DutchTranslation in English
Alle vier op de hondenslee.All four of us out on the dog sled."
Behalve dat we vier op een rij nodig hebben.Except that we need four in a row, don't we?
Het I.P. adres en LAN subnetten hebben het teruggebracht tot tien werknemers... waarvan er vier op de administratie werken, die dus niet over de vaardigheden beschikken... om de technologie zelfs maar te gebruiken.The I.P. address and LAN subnets have narrowed it down to... ten employees, four of which work in administration, which means they lack the skill set to even run the technology.
Het had vier op de vloer, meisje 120 het zou doenIt had four on the floor, girl 120 it would do
Hij doet de nachtdienst van 8 tot 4, vier op, drie af.He does the graveyard shift - 8:00 till 4:00, four on, three off.
Ik wilde 't vieren op het strand. Is dat niet te snel?thought we could celebrate by hittin the beach don't you think it's too soon?
We zouden met zijn vieren op stap moeten gaan.We should totally go on a double date.
Ze gaan 't vieren op T'lani Prime, hé?The ambassador mentioned a celebration.
Zullen we met z'n vieren op de foto?Why don't we take a picture of all four of us together?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

opereren
operate
oproeren
do
opsieren
decorate
opsmeren
do
opvijlen
do
opvijzen
do
opvissen
fish up
opvoeren
stage
revieren
hunt areas

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

oploeven
head up
opschrijven
write
opslaan
save
opslepen
pull
opsteken
light
opvangen
moderate
opverven
do
opvijlen
do
opvullen
fill up
opzitten
sit up

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?