Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

opvissen

to fish up

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of opvissen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vis op
I fish up
vist op
you fish up
vist op
he/she/it fishes up
vissen op
we fish up
vissen op
you all fish up
vissen op
they fish up
Present perfect tense
heb opgevist
I have fished up
hebt opgevist
you have fished up
heeft opgevist
he/she/it has fished up
hebben opgevist
we have fished up
hebben opgevist
you all have fished up
hebben opgevist
they have fished up
Past tense
viste op
I fished up
viste op
you fished up
viste op
he/she/it fished up
visten op
we fished up
visten op
you all fished up
visten op
they fished up
Future tense
zal opvissen
I will fish up
zult opvissen
you will fish up
zal opvissen
he/she/it will fish up
zullen opvissen
we will fish up
zullen opvissen
you all will fish up
zullen opvissen
they will fish up
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou opvissen
I would fish up
zou opvissen
you would fish up
zou opvissen
he/she/it would fish up
zouden opvissen
we would fish up
zouden opvissen
you all would fish up
zouden opvissen
they would fish up
Subjunctive mood
visse op
I fish up
visse op
you fish up
visse op
he/she/it fish up
visse op
we fish up
visse op
you all fish up
visse op
they fish up
Past perfect tense
had opgevist
I had fished up
had opgevist
you had fished up
had opgevist
he/she/it had fished up
hadden opgevist
we had fished up
hadden opgevist
you all had fished up
hadden opgevist
they had fished up
Future perf.
zal opgevist hebben
I will have fished up
zal opgevist hebben
you will have fished up
zal opgevist hebben
he/she/it will have fished up
zullen opgevist hebben
we will have fished up
zullen opgevist hebben
you all will have fished up
zullen opgevist hebben
they will have fished up
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opgevist hebben
I would have fished up
zou opgevist hebben
you would have fished up
zou opgevist hebben
he/she/it would have fished up
zouden opgevist hebben
we would have fished up
zouden opgevist hebben
you all would have fished up
zouden opgevist hebben
they would have fished up
Present bijzin tense
opvis
I fish up
opvist
you fish up
opvist
he/she/it fishes up
opvissen
we fish up
opvissen
you all fish up
opvissen
they fish up
Past bijzin tense
opviste
I fished up
opviste
you fished up
opviste
he/she/it fished up
opvisten
we fished up
opvisten
you all fished up
opvisten
they fished up
Future bijzin tense
zal opvissen
I will fish up
zult opvissen
you will fish up
zal opvissen
he/she/it will fish up
zullen opvissen
we will fish up
zullen opvissen
you all will fish up
zullen opvissen
they will fish up
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou opvissen
I would fish up
zou opvissen
you would fish up
zou opvissen
he/she/it would fish up
zouden opvissen
we would fish up
zouden opvissen
you all would fish up
zouden opvissen
they would fish up
Subjunctive bijzin mood
opvisse
I fish up
opvisse
you fish up
opvisse
he/she/it fish up
opvisse
we fish up
opvisse
you all fish up
opvisse
they fish up
Du
Ihr
Imperative mood
vis op
fish up
vist op
fish up

Examples of opvissen

Een idioot met zijn vis... en mijn vis en jouw vis op de muur...

Some schmuck with his fish... and my fish and your fish up on the...wall....

Een Indische onderzeeer, opgevist door het Pakistaanse leger kwam naar boven in Karachi waar de TV camera's al draaiden.

Reports are correct. Indian sub fished up by the Pakistani navy, forced into Karachi harbour where the TV cameras were already whirring.