Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Labelen (to do) conjugation

Dutch
12 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
label
labelt
labelt
labelen
labelen
labelen
Present perfect tense
heb gelabeld
hebt gelabeld
heeft gelabeld
hebben gelabeld
hebben gelabeld
hebben gelabeld
Past tense
labelde
labelde
labelde
labelden
labelden
labelden
Future tense
zal labelen
zult labelen
zal labelen
zullen labelen
zullen labelen
zullen labelen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou labelen
zou labelen
zou labelen
zouden labelen
zouden labelen
zouden labelen
Subjunctive mood
labele
labele
labele
labele
labele
labele
Past perfect tense
had gelabeld
had gelabeld
had gelabeld
hadden gelabeld
hadden gelabeld
hadden gelabeld
Future perf.
zal gelabeld hebben
zal gelabeld hebben
zal gelabeld hebben
zullen gelabeld hebben
zullen gelabeld hebben
zullen gelabeld hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gelabeld hebben
zou gelabeld hebben
zou gelabeld hebben
zouden gelabeld hebben
zouden gelabeld hebben
zouden gelabeld hebben
Du
Ihr
Imperative mood
label
labelt

Examples of labelen

Example in DutchTranslation in English
- Alleen labelen?You'd just do the tagging.
- En ze hier onder de grond stoppen. Onder tonnen zand en aarde. Om ze te labelen.You just want to drag the stars down and stick them underground, underneath tons of sand and dirt, and label them.
Als we bewijs labelen met "beslag voor moord", dan gaat het nergens heen.Well, when we tag evidence "Hold for Homicide"" it doesn't go anywhere. You know,
Cher, Liza....weet je, het belangrijkste, is je niet te laten labelen.Cher, Liza... you know, the important thing, just don't get caught up the labels.
En lafheid is het labelen van wat je niet wilt veranderen aan wat aangeboren is.And cowardice is labeling what you don't want to change as innate.
"persoon van belang" label omdat de term... niets betekent."person of interest" tag because the term... it doesn't mean anything.
- Deze heeft geen label.- This one doesn't have a tag.
- Je hebt geen label?You don't have a label?
- Kijk welke dokter op het label staat.- Check out the doctor on the label.
- Wat staat er op dat label?- What does that tag say?
Hij labelt de wapens als vernietigd... en verkoopt ze op straat als niet te traceren wapens.He tags the guns as destroyed, and then resells them on the street as untraceable. I don't believe this.
Zodra je klaar bent, wil ik dat alles gelabeld wordt en naar het lab gaat, oké?All right, the minute you're done here, I want all this bagged and sent right to the lab, okay?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

fabelen
do
jubelen
jubilate
kabelen
do
lepelen
spoon
sabelen
saber

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

kuitschieten
spawn
kullen
do
kwijten
do
kwiteren
acknowledge a
laaien
blaze
labberen
do
labeuren
do
lachen
laugh
lanterfanten
lallygag
lassen
weld

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.