Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Lepelen (to spoon) conjugation

Dutch
18 examples

Conjugation of lepelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
lepel
I spoon
lepelt
you spoon
lepelt
he/she/it spoons
lepelen
we spoon
lepelen
you all spoon
lepelen
they spoon
Present perfect tense
heb gelepeld
I have spooned
hebt gelepeld
you have spooned
heeft gelepeld
he/she/it has spooned
hebben gelepeld
we have spooned
hebben gelepeld
you all have spooned
hebben gelepeld
they have spooned
Past tense
lepelde
I spooned
lepelde
you spooned
lepelde
he/she/it spooned
lepelden
we spooned
lepelden
you all spooned
lepelden
they spooned
Future tense
zal lepelen
I will spoon
zult lepelen
you will spoon
zal lepelen
he/she/it will spoon
zullen lepelen
we will spoon
zullen lepelen
you all will spoon
zullen lepelen
they will spoon
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou lepelen
I would spoon
zou lepelen
you would spoon
zou lepelen
he/she/it would spoon
zouden lepelen
we would spoon
zouden lepelen
you all would spoon
zouden lepelen
they would spoon
Subjunctive mood
lepele
I spoon
lepele
you spoon
lepele
he/she/it spoon
lepele
we spoon
lepele
you all spoon
lepele
they spoon
Past perfect tense
had gelepeld
I had spooned
had gelepeld
you had spooned
had gelepeld
he/she/it had spooned
hadden gelepeld
we had spooned
hadden gelepeld
you all had spooned
hadden gelepeld
they had spooned
Future perf.
zal gelepeld hebben
I will have spooned
zal gelepeld hebben
you will have spooned
zal gelepeld hebben
he/she/it will have spooned
zullen gelepeld hebben
we will have spooned
zullen gelepeld hebben
you all will have spooned
zullen gelepeld hebben
they will have spooned
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gelepeld hebben
I would have spooned
zou gelepeld hebben
you would have spooned
zou gelepeld hebben
he/she/it would have spooned
zouden gelepeld hebben
we would have spooned
zouden gelepeld hebben
you all would have spooned
zouden gelepeld hebben
they would have spooned
Du
Ihr
Imperative mood
lepel
spoon
lepelt
spoon

Examples of lepelen

Example in DutchTranslation in English
- Nu gaan we lepelen.- Now we're going to spoon.
Als ik het was geweest en ik zie een zwarte hond lepelen met een bruine hond, maak ik de foto.Whereas, me, I see a black dog spooning a brown dog, and I pull the trigger.
Bender, al je vannacht in de tent wil slapen... Ben je welkom om met mij en Hermes te lepelen, "enkel voor vrienden".Bender, if you want to sleep in the tent tonight you're welcome to join me and Hermes for a little "just friends" spooning.
Dan zal ik het uit je moeten slaan en van de grond lepelen.- I have to beat enough out of you... - to spoon it up from the floor, huh? - [Whimpers]
De patholoog moest de helft van haar hersenen terug in haar schedel lepelen.The pathologist had to spoon half her brain back inside her skull.
"Planko" is een lepel met eten erop."Planko" is a spoon with food,
"Toen ze vertelde van haar tante en de lepel, wat dol## When she mentioned how her aunt bit off the spoon #
"zei inspecteur Doppler, terwijl hij nog een lepel van zijn favoriete pudding nam.""another spoonful of his favorite pud.
' En ik en de lepel.'"' And 'me and the spoon.'"
'En de kat ligt in de wieg samen met de zilveren lepel'"And the cat's in the cradle with the silver spoon
Als je je vertoont, je best doet, lepelt met de zetelende rechter dan moet je niet in het lot geloven.If you show up, do your best and spoon with the occasional judge you don't have to believe in fate.
Die scène waarin de bordenwasser de Rice Chex terug in de doos lepelt, die is perfect.You know the scene where the dishwasher guy is spooning up the rice checks and he's putting them back in the box, it's perfection.
Hey, denk je dat de luitenant lepelt met zijn nieuwe Thaise vrouw?Hey, you think the L.T. spoons with his new Thai wife?
Je had het moeten zien, Megan brengt de pot binnen, lepelt ze op het bord, haar moeder lacht.You should have seen it. Megan bringing the pot in, spooning them out on the plate, her mother was smiling.
Je lepelt met mij.You're going to spoon with me.
Je hebt me gelepeld.Aw, you spooned me.
Nieuwe tennisschoenen, gelepeld en geprepareerd,... gedimd en opgeklopt, geschikt en gelaarsd,... duded en geplunderd.Brand-new tennis shoes, spooned and groomed, dipped and whipped, suited and booted, duded and looted.
Je nam een binnendoorweg, de benzine was op, je zat vast in een sneeuwstorm. Je lepelde om warm te blijven... Althans, dat zeg jij.You took a back road, ran out of gas, got stuck in a snowstorm, spooned to stay warm-- at least that's your story-- and at the end of it, you were best friends.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afpelen
record playback
labelen
do
popelen
do
repelen
ripple

Similar but longer

klepelen
mulch
oplepelen
peddle

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'spoon':

None found.