Kabelen (to do) conjugation

Dutch
5 examples

Conjugation of kabelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
kabel
I do
kabelt
you do
kabelt
he/she/it does
kabelen
we do
kabelen
you all do
kabelen
they do
Present perfect tense
heb gekabeld
I have done
hebt gekabeld
you have done
heeft gekabeld
he/she/it has done
hebben gekabeld
we have done
hebben gekabeld
you all have done
hebben gekabeld
they have done
Past tense
kabelde
I did
kabelde
you did
kabelde
he/she/it did
kabelden
we did
kabelden
you all did
kabelden
they did
Future tense
zal kabelen
I will do
zult kabelen
you will do
zal kabelen
he/she/it will do
zullen kabelen
we will do
zullen kabelen
you all will do
zullen kabelen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou kabelen
I would do
zou kabelen
you would do
zou kabelen
he/she/it would do
zouden kabelen
we would do
zouden kabelen
you all would do
zouden kabelen
they would do
Subjunctive mood
kabele
I do
kabele
you do
kabele
he/she/it do
kabele
we do
kabele
you all do
kabele
they do
Past perfect tense
had gekabeld
I had done
had gekabeld
you had done
had gekabeld
he/she/it had done
hadden gekabeld
we had done
hadden gekabeld
you all had done
hadden gekabeld
they had done
Future perf.
zal gekabeld hebben
I will have done
zal gekabeld hebben
you will have done
zal gekabeld hebben
he/she/it will have done
zullen gekabeld hebben
we will have done
zullen gekabeld hebben
you all will have done
zullen gekabeld hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gekabeld hebben
I would have done
zou gekabeld hebben
you would have done
zou gekabeld hebben
he/she/it would have done
zouden gekabeld hebben
we would have done
zouden gekabeld hebben
you all would have done
zouden gekabeld hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
kabel
do
kabelt
do

Examples of kabelen

Example in DutchTranslation in English
'Toen je door de gang liep, gleed een zonnestraal over je kabel vlashaar... en liet het stralen."As you walked down the hall, "a shard of sunlight glanced off your rope of flaxen hair and set it aglow, and I was enchanted."
- Buiten mezelf en kabel-TV?That don't involve me and network TV?
- Daarom heb ik geen kabel.- This is why I don't have cable.
- De kabel link, maar die is onduidelijk.- The cable link, but it's dodgy.
- De kluis niet. Hoe loopt de kabel van het alarm?Where does the alarm wire lead?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

fabelen
do
jubelen
jubilate
kakelen
cackle
kavelen
parcel
kegelen
bowl
knielen
kneel
kogelen
do
krielen
do
kroelen
do
kukelen
do
labelen
do
sabelen
saber

Similar but longer

bekabelen
cable
kabbelen
ripple

Random

inzwelgen
swallow up
irrigeren
irrigate
jakken
yak
jakkeren
overdrive
jonassen
do
jureren
do
kaalvreten
devour
kabbelen
ripple
kadastreren
do
kantwerken
lace work

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?