Formuleren (to formulate) conjugation

Dutch
13 examples

Conjugation of formuleren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
formuleer
I formulate
formuleert
you formulate
formuleert
he/she/it formulates
formuleren
we formulate
formuleren
you all formulate
formuleren
they formulate
Present perfect tense
heb geformuleerd
I have formulated
hebt geformuleerd
you have formulated
heeft geformuleerd
he/she/it has formulated
hebben geformuleerd
we have formulated
hebben geformuleerd
you all have formulated
hebben geformuleerd
they have formulated
Past tense
formuleerde
I formulated
formuleerde
you formulated
formuleerde
he/she/it formulated
formuleerden
we formulated
formuleerden
you all formulated
formuleerden
they formulated
Future tense
zal formuleren
I will formulate
zult formuleren
you will formulate
zal formuleren
he/she/it will formulate
zullen formuleren
we will formulate
zullen formuleren
you all will formulate
zullen formuleren
they will formulate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou formuleren
I would formulate
zou formuleren
you would formulate
zou formuleren
he/she/it would formulate
zouden formuleren
we would formulate
zouden formuleren
you all would formulate
zouden formuleren
they would formulate
Subjunctive mood
formulere
I formulate
formulere
you formulate
formulere
he/she/it formulate
formulere
we formulate
formulere
you all formulate
formulere
they formulate
Past perfect tense
had geformuleerd
I had formulated
had geformuleerd
you had formulated
had geformuleerd
he/she/it had formulated
hadden geformuleerd
we had formulated
hadden geformuleerd
you all had formulated
hadden geformuleerd
they had formulated
Future perf.
zal geformuleerd hebben
I will have formulated
zal geformuleerd hebben
you will have formulated
zal geformuleerd hebben
he/she/it will have formulated
zullen geformuleerd hebben
we will have formulated
zullen geformuleerd hebben
you all will have formulated
zullen geformuleerd hebben
they will have formulated
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geformuleerd hebben
I would have formulated
zou geformuleerd hebben
you would have formulated
zou geformuleerd hebben
he/she/it would have formulated
zouden geformuleerd hebben
we would have formulated
zouden geformuleerd hebben
you all would have formulated
zouden geformuleerd hebben
they would have formulated
Du
Ihr
Imperative mood
formuleer
formulate
formuleert
formulate

Examples of formuleren

Example in DutchTranslation in English
Dat kan ik wel formuleren.I can formulate that.
Dat probeerden ze te formuleren.That they tried to formulate.
En dit is hoe we onbalans detecteren en het geluid formuleren, al begrijpen we nog niet waarom alle woorden uit twee lettergrepen bestaan.And this is how we detect imbalance and formulate the sounds, although we still don't know why they all seem to be two syllables.
En hoe kan hij de verbinding formuleren?And how is he able to formulate the connection?
Het is te kort dag om een gezamenlijk initiatief te formuleren.There's not enough time to formulate a joint initiative
Het meet de veranderingen in de kamer... en formuleert dan een woord dat ik moet zeggen om de balans te herstellen.It measure the changes in the room... and then formulates a word that I should say to balance the environment.
Ze formuleert het.formulates it.
Als ik dit goed geformuleerd heb, zul je die niet hebben.Well, if I formulated this properly, you shouldn't have any.
De Regeringscommissie voor noodgevallen, COBRA, heeft een actieplan geformuleerd.The Government emergency committee, COBRA, has formulated an action plan.
Die hebben we nog niet geformuleerd.I'm afraid we haven't exactly formulated any clear suspicions, sir.
Goed geformuleerd.Well formulated.
Het bevat één procent permethrin, geformuleerd om hoofdluis te bestrijden.It contained one percent permethrin, formulated to combat head lice.
Scruffy formuleerde een plan... maar je moet een voorraad stinkende rotte vis klaar houden.Scruffy's formulated a plan... ...butyou'llneedaready source of nauseating rotten fish.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'formulate':

None found.
Learning languages?