Floepen (to do) conjugation

Dutch
11 examples

Conjugation of floepen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
floep
I do
floept
you do
floept
he/she/it does
floepen
we do
floepen
you all do
floepen
they do
Present perfect tense
ben gefloept
I have done
bent gefloept
you have done
is gefloept
he/she/it has done
zijn gefloept
we have done
zijn gefloept
you all have done
zijn gefloept
they have done
Past tense
floepte
I did
floepte
you did
floepte
he/she/it did
floepten
we did
floepten
you all did
floepten
they did
Future tense
zal floepen
I will do
zult floepen
you will do
zal floepen
he/she/it will do
zullen floepen
we will do
zullen floepen
you all will do
zullen floepen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou floepen
I would do
zou floepen
you would do
zou floepen
he/she/it would do
zouden floepen
we would do
zouden floepen
you all would do
zouden floepen
they would do
Subjunctive mood
floepe
I do
floepe
you do
floepe
he/she/it do
floepe
we do
floepe
you all do
floepe
they do
Past perfect tense
was gefloept
I had done
was gefloept
you had done
was gefloept
he/she/it had done
waren gefloept
we had done
waren gefloept
you all had done
waren gefloept
they had done
Future perf.
zal gefloept zijn
I will have done
zal gefloept zijn
you will have done
zal gefloept zijn
he/she/it will have done
zullen gefloept zijn
we will have done
zullen gefloept zijn
you all will have done
zullen gefloept zijn
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gefloept zijn
I would have done
zou gefloept zijn
you would have done
zou gefloept zijn
he/she/it would have done
zouden gefloept zijn
we would have done
zouden gefloept zijn
you all would have done
zouden gefloept zijn
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
floep
do
floept
do

Examples of floepen

Example in DutchTranslation in English
Kan ik dan ook zo floepen als jij?Wait a minute, does that... Does that mean that I get to go... Whoosh...
Maar floep je repliek er niet uit.Just don't rush that line again.
Als ze op ons schieten, floept 't achterraam eruit.If we come under fire, that back window pops out.
Het verstopt zich niet, beweegt niet en floept niet naar achteren in de opwinding.Hat'snotexactlyhiding. It doesn't move, it doesn't go anywhere, it doesn't pop round the back in all the excitement.
Prut floept eruit als je op een zwangere vrouw d'r buik duwt.Yeah! "Mung" is the stuff that comes out when ya push down on a pregnant woman's stomach!
Zorg dat 't voortaan in je kont floept.Well, next time, why don't you nip that impulse in the bud, huh?
God, dat floepte ik er lekker uit, hè?Oh god, that... that kinda came out, didn't it?
Het floepte er gewoon uit.What? I didn't mean to.
Hij floepte eruit.- Just like it did in the electronics store?
Ik wilde het niet vertellen, het floepte eruit.Seriously, though, I didn't mean to tell Louis. It just came out.
Sorry, het floepte er zo uit.I'm sorry, Jack. I didn't mean to blurt that out.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

flappen
flap
flippen
do
floaten
flash
floppen
flop
flossen
floss
groepen
do
snoepen
relish
stoepen
do
tjoepen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

expliqueren
explicate
fiksen
fix up
fitnessen
do
flankeren
flank
flodderen
mess
flonkeren
scintillate
föhnen
blowdry
forceren
force
formuleren
formulate
fosforesceren
phosphoresce

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?