Authenticeren (to authenticate) conjugation

Dutch
11 examples

Conjugation of authenticeren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
authenticeer
I authenticate
authenticeert
you authenticate
authenticeert
he/she/it authenticates
authenticeren
we authenticate
authenticeren
you all authenticate
authenticeren
they authenticate
Present perfect tense
heb geauthenticeerd
I have authenticated
hebt geauthenticeerd
you have authenticated
heeft geauthenticeerd
he/she/it has authenticated
hebben geauthenticeerd
we have authenticated
hebben geauthenticeerd
you all have authenticated
hebben geauthenticeerd
they have authenticated
Past tense
authenticeerde
I authenticated
authenticeerde
you authenticated
authenticeerde
he/she/it authenticated
authenticeerden
we authenticated
authenticeerden
you all authenticated
authenticeerden
they authenticated
Future tense
zal authenticeren
I will authenticate
zult authenticeren
you will authenticate
zal authenticeren
he/she/it will authenticate
zullen authenticeren
we will authenticate
zullen authenticeren
you all will authenticate
zullen authenticeren
they will authenticate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou authenticeren
I would authenticate
zou authenticeren
you would authenticate
zou authenticeren
he/she/it would authenticate
zouden authenticeren
we would authenticate
zouden authenticeren
you all would authenticate
zouden authenticeren
they would authenticate
Subjunctive mood
authenticere
I authenticate
authenticere
you authenticate
authenticere
he/she/it authenticate
authenticere
we authenticate
authenticere
you all authenticate
authenticere
they authenticate
Past perfect tense
had geauthenticeerd
I had authenticated
had geauthenticeerd
you had authenticated
had geauthenticeerd
he/she/it had authenticated
hadden geauthenticeerd
we had authenticated
hadden geauthenticeerd
you all had authenticated
hadden geauthenticeerd
they had authenticated
Future perf.
zal geauthenticeerd hebben
I will have authenticated
zal geauthenticeerd hebben
you will have authenticated
zal geauthenticeerd hebben
he/she/it will have authenticated
zullen geauthenticeerd hebben
we will have authenticated
zullen geauthenticeerd hebben
you all will have authenticated
zullen geauthenticeerd hebben
they will have authenticated
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geauthenticeerd hebben
I would have authenticated
zou geauthenticeerd hebben
you would have authenticated
zou geauthenticeerd hebben
he/she/it would have authenticated
zouden geauthenticeerd hebben
we would have authenticated
zouden geauthenticeerd hebben
you all would have authenticated
zouden geauthenticeerd hebben
they would have authenticated
Du
Ihr
Imperative mood
authenticeer
authenticate
authenticeert
authenticate

Examples of authenticeren

Example in DutchTranslation in English
- Ik moet deze documenten authenticeren.I need to authenticate these documents, I-- Yes, of course.
- Maar we moeten het nog steeds authenticeren.But we still need to authenticate it.
- tragische. - Laten we het authenticeren.- Let's authenticate.
Als onze huisexperte, zou je ze even willen authenticeren?Here are your originals. Uh-huh. Well, as our resident expert, would you authenticate?
Blijkbaar gebruikte hij professor Souza om de efedrine te authenticeren.Looks like he was using Professor Souza to authenticate the ephedrine.
Deep Blue, authenticeer.Deep Blue, authenticate.
De stuk is al geauthenticeerd en verkocht.This piece has already been authenticated and sold.
Het heeft geen waarde, tot het geauthenticeerd is.It's worthless until it's authenticated.
Hoe dan ook, Flaxmore heeft het geauthenticeerd en het maakte zijn naam.Anyway, Flaxmore authenticated it and made his name.
Tot het was geauthenticeerd.Until we had it authenticated.
Wanneer deze is geauthenticeerdOnce it's authenticated...

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

authentiseren
authenticate

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

aftoveren
do
alkyleren
alkylate
argumenteren
argue
assoneren
associate
assorteren
associate
ausculteren
auscultate
authentiseren
authenticate
badderen
soak
bakken
bake
bandageren
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'authenticate':

None found.
Learning languages?