Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Argumenteren (to argue) conjugation

Dutch
19 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
argumenteer
argumenteert
argumenteert
argumenteren
argumenteren
argumenteren
Present perfect tense
heb geargumenteerd
hebt geargumenteerd
heeft geargumenteerd
hebben geargumenteerd
hebben geargumenteerd
hebben geargumenteerd
Past tense
argumenteerde
argumenteerde
argumenteerde
argumenteerden
argumenteerden
argumenteerden
Future tense
zal argumenteren
zult argumenteren
zal argumenteren
zullen argumenteren
zullen argumenteren
zullen argumenteren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou argumenteren
zou argumenteren
zou argumenteren
zouden argumenteren
zouden argumenteren
zouden argumenteren
Subjunctive mood
argumentere
argumentere
argumentere
argumentere
argumentere
argumentere
Past perfect tense
had geargumenteerd
had geargumenteerd
had geargumenteerd
hadden geargumenteerd
hadden geargumenteerd
hadden geargumenteerd
Future perf.
zal geargumenteerd hebben
zal geargumenteerd hebben
zal geargumenteerd hebben
zullen geargumenteerd hebben
zullen geargumenteerd hebben
zullen geargumenteerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geargumenteerd hebben
zou geargumenteerd hebben
zou geargumenteerd hebben
zouden geargumenteerd hebben
zouden geargumenteerd hebben
zouden geargumenteerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
argumenteer
argumenteert

Examples of argumenteren

Example in DutchTranslation in English
- Bloedwraak. Je kunt argumenteren dat er bloedwraak is tussen Tomas en Hierra's families.You could argue there's a blood feud between Tomas' family and Hierra's family.
- Ik weet niet hoe ze in zijn bed belandde, maar als Harper van plan is te argumenteren dat ze elkaar zagen in de club.I don't know how she ended up in his bed, but if Harper's planning to argue that they hooked up at the club...
- Maar ze houdt van argumenteren over God.- but she loved to argue about God.
Alicia, Cary, kan maar één van jullie argumenteren?Uh, Alicia, Cary, could just one of you... - argue? - Thank you.
Als Williams echt niet wist dat hij David's biologische vader was tot vorig maand, dan kan jij argumenteren dat hij nooit de mogelijkheid kreeg om van zijn ouderlijke rechten afstand te doen.If Williams really didn't know he was David's biological father until last month, he could argue Meaning that he could take David away from us?
Ik argumenteer niet!I won't argue with you.
Waarom anders, argumenteer je dan met jezelf?Why else would you argue with yourself?
Ik wil dat hij zijn punt argumenteert.I want him to argue his point.
Waarvoor, als mijn geheugen me niet in de steek laat, de aanklager argumenteert : 'Wanneer een man zich zo laatdunkend kan uitlaten' 'over ons verdomde militaristische verleden,' 'waar is hij dan nog niet allemaal toe in staat? 'For which thought, if memory serves, the Prosecution argues, ...if a man can be so scathing about our bloodied militaristic past, ...what is he not capable of?
Ze leeft voor haar kinderen ongeacht hoeveel zij met ze argumenteert.She lives for her children, no matter how she argues with them.
want als je juist argumenteert, kun je het nooit fout hebben.'Cause ifyou argue correctly, you're neverwrong.
De moordenaar heeft geargumenteerd met haar voor de uithaal.Hey, our perp may have argued with her Before he took that swing.
Goed geargumenteerd.Well argued.
Nee, ik zeg zonder die DNA, hadden wij geargumenteerd dat hij daar zelfs niet was.No, I'm saying that without the DNA, I would have argued that he wasn't even there.
Toch is het goed geschreven, goed geargumenteerd.This is well-written, well-argued.
Albert argumenteerde dat het concept van materie gelijk aan energie, en andersom meer alomtegenwoordig was dan we ons kunnen veronderstellen.Albert argued that the concept of matter equaling energy, and vice versa, was far more ubiquitous than any of us could have imagined.
Debatteerden en argumenteerden- Debated and argued - [Barking]
Samen stelden zij een reeks van rapporten op die argumenteerden dat de Geneefse Conventie... niet van toepassing was op terreur verdachten.Together, they drafted a series of reported that argued ... that the Geneva Convention does not protecting suspected terrorists.
Wij argumenteerden.We argued.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

beargumenteren
argue

Random

ageren
act
alkyleren
alkylate
animeren
encourage
antidateren
antedate
approvianderen
cater
arceren
hatch
aren
do
argwanen
do
authentiseren
authenticate
back-uppen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'argue':

None found.