Authentiseren (to authenticate) conjugation

Dutch
6 examples

Conjugation of authentiseren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
authentiseer
I authenticate
authentiseert
you authenticate
authentiseert
he/she/it authenticates
authentiseren
we authenticate
authentiseren
you all authenticate
authentiseren
they authenticate
Present perfect tense
heb geauthentiseerd
I have authenticated
hebt geauthentiseerd
you have authenticated
heeft geauthentiseerd
he/she/it has authenticated
hebben geauthentiseerd
we have authenticated
hebben geauthentiseerd
you all have authenticated
hebben geauthentiseerd
they have authenticated
Past tense
authentiseerde
I authenticated
authentiseerde
you authenticated
authentiseerde
he/she/it authenticated
authentiseerden
we authenticated
authentiseerden
you all authenticated
authentiseerden
they authenticated
Future tense
zal authentiseren
I will authenticate
zult authentiseren
you will authenticate
zal authentiseren
he/she/it will authenticate
zullen authentiseren
we will authenticate
zullen authentiseren
you all will authenticate
zullen authentiseren
they will authenticate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou authentiseren
I would authenticate
zou authentiseren
you would authenticate
zou authentiseren
he/she/it would authenticate
zouden authentiseren
we would authenticate
zouden authentiseren
you all would authenticate
zouden authentiseren
they would authenticate
Subjunctive mood
authentisere
I authenticate
authentisere
you authenticate
authentisere
he/she/it authenticate
authentisere
we authenticate
authentisere
you all authenticate
authentisere
they authenticate
Past perfect tense
had geauthentiseerd
I had authenticated
had geauthentiseerd
you had authenticated
had geauthentiseerd
he/she/it had authenticated
hadden geauthentiseerd
we had authenticated
hadden geauthentiseerd
you all had authenticated
hadden geauthentiseerd
they had authenticated
Future perf.
zal geauthentiseerd hebben
I will have authenticated
zal geauthentiseerd hebben
you will have authenticated
zal geauthentiseerd hebben
he/she/it will have authenticated
zullen geauthentiseerd hebben
we will have authenticated
zullen geauthentiseerd hebben
you all will have authenticated
zullen geauthentiseerd hebben
they will have authenticated
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geauthentiseerd hebben
I would have authenticated
zou geauthentiseerd hebben
you would have authenticated
zou geauthentiseerd hebben
he/she/it would have authenticated
zouden geauthentiseerd hebben
we would have authenticated
zouden geauthentiseerd hebben
you all would have authenticated
zouden geauthentiseerd hebben
they would have authenticated
Du
Ihr
Imperative mood
authentiseer
authenticate
authentiseert
authenticate

Examples of authentiseren

Example in DutchTranslation in English
Het duurt maanden om dat te authentiseren... wat mij tijd geeft om wat personele veranderingen door te voeren.It will take months to authenticate, which will give me plenty of time to make some personnel changes around here.
Ik moet het eerst authentiseren.I need to authenticate it first.
Je eigen vrouw is bereid deze lijst te authentiseren.Your own wife is willing to authenticate this list.
Je moet ze door experts laten authentiseren, maar ze zijn authentiek.You'll have experts authenticate them, but they're authentic.
Je zei zelf dat de Hitlers moeilijk te authentiseren waren.You said the Hitlers were hard to authenticate.
Wanneer de instructie's zijn geauthentiseerd,When the instruction's been authenticated,

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

authenticeren
authenticate

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'authenticate':

None found.
Learning languages?