Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Aanbinden (to do) conjugation

Dutch
10 examples

Conjugation of aanbinden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bind aan
I do
bindt aan
you do
bindt aan
he/she/it does
binden aan
we do
binden aan
you all do
binden aan
they do
Present perfect tense
heb aangebonden
I have done
hebt aangebonden
you have done
heeft aangebonden
he/she/it has done
hebben aangebonden
we have done
hebben aangebonden
you all have done
hebben aangebonden
they have done
Past tense
bond aan
I did
bond aan
you did
bond aan
he/she/it did
bonden aan
we did
bonden aan
you all did
bonden aan
they did
Future tense
zal aanbinden
I will do
zult aanbinden
you will do
zal aanbinden
he/she/it will do
zullen aanbinden
we will do
zullen aanbinden
you all will do
zullen aanbinden
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanbinden
I would do
zou aanbinden
you would do
zou aanbinden
he/she/it would do
zouden aanbinden
we would do
zouden aanbinden
you all would do
zouden aanbinden
they would do
Subjunctive mood
binde aan
I do
binde aan
you do
binde aan
he/she/it do
binde aan
we do
binde aan
you all do
binde aan
they do
Past perfect tense
had aangebonden
I had done
had aangebonden
you had done
had aangebonden
he/she/it had done
hadden aangebonden
we had done
hadden aangebonden
you all had done
hadden aangebonden
they had done
Future perf.
zal aangebonden hebben
I will have done
zal aangebonden hebben
you will have done
zal aangebonden hebben
he/she/it will have done
zullen aangebonden hebben
we will have done
zullen aangebonden hebben
you all will have done
zullen aangebonden hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangebonden hebben
I would have done
zou aangebonden hebben
you would have done
zou aangebonden hebben
he/she/it would have done
zouden aangebonden hebben
we would have done
zouden aangebonden hebben
you all would have done
zouden aangebonden hebben
they would have done
Present bijzin tense
aanbind
I do
aanbindt
you do
aanbindt
he/she/it does
aanbinden
we do
aanbinden
you all do
aanbinden
they do
Past bijzin tense
aanbond
I did
aanbond
you did
aanbond
he/she/it did
aanbonden
we did
aanbonden
you all did
aanbonden
they did
Future bijzin tense
zal aanbinden
I will do
zult aanbinden
you will do
zal aanbinden
he/she/it will do
zullen aanbinden
we will do
zullen aanbinden
you all will do
zullen aanbinden
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanbinden
I would do
zou aanbinden
you would do
zou aanbinden
he/she/it would do
zouden aanbinden
we would do
zouden aanbinden
you all would do
zouden aanbinden
they would do
Subjunctive bijzin mood
aanbinde
I do
aanbinde
you do
aanbinde
he/she/it do
aanbinde
we do
aanbinde
you all do
aanbinde
they do
Du
Ihr
Imperative mood
bind aan
do
bindt aan
do

Examples of aanbinden

Example in DutchTranslation in English
Ik ben echt gecharmeerd als personen zoals jullie de strijd met ons aanbinden.Look, I love when guys like you take us on, I really do.
Ik ga de strijd aanbinden met het telefoonbedrijf.Get a line on where he spends his days. l'm off to do battle with the wireless company.
Naalden of iets dat ze bindt aan Sedona's dood.Needles or something that ties them to Sedona's death.
Nou, ik ben niet het soort man... dat zich bindt aan een vrouw... maar de laatste tijd neuk ik Candace.Well, I'm not the kind of guy... that gets chained down to one woman... but lately I've been banging Candace.
Wel, dat heb je ermee als je je bindt aan één familie.Well, that's what comes of tying yourself down to one family.
Als je niet door gaat met deze laatste behandeling... zullen de meest kwaadaardige en resistente retrovirale fragmenten... in de microbiële leegte stromen, ongecontroleerd vermenigvuldigen... zich weer binden aan je DNA, waardoor ze muteren met onvoorspelbare... en potentiële catastrofistische resultaten.If you don't go through with this final treatment, the most virulent and resistant retroviral fragments will rush into the microbial void, multiplying unchecked, rebonding to your DNA, causing them to mutate with unpredictable and potentially catastrophic results.
Caleb, in de aanwezigheid van God en deze getuigen kom je hier bij een uit vrije wil en om je onvoorwaardelijk te binden aan deze huwelijksovereenkomst met Catherine?"Caleb, in the presence of God and these witnesses do you come today to freely and unconditionally commit to this covenant marriage to Catherine?"
En Catherine, kom jij uit vrije wil en wil je je onvoorwaardelijk binden aan deze huwelijksovereenkomst met Caleb?"And, Catherine, do you come today to freely and unconditionally commit to this covenant marriage to Caleb?"
En ik weet dat het ongewoon is... Misschien moet ik haar binden aan een vriend.and I know it's unorthodox... maybe I should hook her up with a friend.
En me binden aan jou of wie ook zou het stomste zijn wat ik kon doen.I think that getting engaged to you or anybody else would probably be the stupidest most self destructive thing I could possibly do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aanbidden
adore
aanbieden
work hard
aanbijten
do
aanbikken
do
aanbraden
sear
aanlanden
land
aanranden
assault
aanwenden
increase
aanzanden
slit up

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.