Aanbraden (to sear) conjugation

Dutch
5 examples

Conjugation of aanbraden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
braad aan
I sear
braadt aan
you sear
braadt aan
he/she/it sears
braden aan
we sear
braden aan
you all sear
braden aan
they sear
Present perfect tense
heb aangebraden
I have seared
hebt aangebraden
you have seared
heeft aangebraden
he/she/it has seared
hebben aangebraden
we have seared
hebben aangebraden
you all have seared
hebben aangebraden
they have seared
Past tense
braadde aan
I seared
braadde aan
you seared
braadde aan
he/she/it seared
braadden aan
we seared
braadden aan
you all seared
braadden aan
they seared
Future tense
zal aanbraden
I will sear
zult aanbraden
you will sear
zal aanbraden
he/she/it will sear
zullen aanbraden
we will sear
zullen aanbraden
you all will sear
zullen aanbraden
they will sear
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanbraden
I would sear
zou aanbraden
you would sear
zou aanbraden
he/she/it would sear
zouden aanbraden
we would sear
zouden aanbraden
you all would sear
zouden aanbraden
they would sear
Subjunctive mood
brade aan
I sear
brade aan
you sear
brade aan
he/she/it sear
brade aan
we sear
brade aan
you all sear
brade aan
they sear
Past perfect tense
had aangebraden
I had seared
had aangebraden
you had seared
had aangebraden
he/she/it had seared
hadden aangebraden
we had seared
hadden aangebraden
you all had seared
hadden aangebraden
they had seared
Future perf.
zal aangebraden hebben
I will have seared
zal aangebraden hebben
you will have seared
zal aangebraden hebben
he/she/it will have seared
zullen aangebraden hebben
we will have seared
zullen aangebraden hebben
you all will have seared
zullen aangebraden hebben
they will have seared
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangebraden hebben
I would have seared
zou aangebraden hebben
you would have seared
zou aangebraden hebben
he/she/it would have seared
zouden aangebraden hebben
we would have seared
zouden aangebraden hebben
you all would have seared
zouden aangebraden hebben
they would have seared
Present bijzin tense
aanbraad
I sear
aanbraadt
you sear
aanbraadt
he/she/it sears
aanbraden
we sear
aanbraden
you all sear
aanbraden
they sear
Past bijzin tense
aanbraadde
I seared
aanbraadde
you seared
aanbraadde
he/she/it seared
aanbraadden
we seared
aanbraadden
you all seared
aanbraadden
they seared
Future bijzin tense
zal aanbraden
I will sear
zult aanbraden
you will sear
zal aanbraden
he/she/it will sear
zullen aanbraden
we will sear
zullen aanbraden
you all will sear
zullen aanbraden
they will sear
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanbraden
I would sear
zou aanbraden
you would sear
zou aanbraden
he/she/it would sear
zouden aanbraden
we would sear
zouden aanbraden
you all would sear
zouden aanbraden
they would sear
Subjunctive bijzin mood
aanbrade
I sear
aanbrade
you sear
aanbrade
he/she/it sear
aanbrade
we sear
aanbrade
you all sear
aanbrade
they sear
Du
Ihr
Imperative mood
braad aan
sear
braadt aan
sear

Examples of aanbraden

Example in DutchTranslation in English
Dat is aangebraden sint-jakobsschelpen met een mango chutney.That's seared scallops with a mango chutney.
En ik wil het niet gebakken, gewoon licht aangebraden.And I don't want it cooked, just lightly seared.
Mr Bonesteel, ik las een artikel waarin u zei... dat aangebraden kikkerbilletjes tot uw favoriet behoorden.Mr. Bonesteel, I read the article where you mentioned seared frog legs were a particular favorite of yours.
Net aangebraden op het fornuis en vervolgens in de oven?Like seared on the stove, then put in the oven?
Oké, hoe zit het met aangebraden vlees?Okay, what about seared flesh?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aanbidden
adore
aanbieden
work hard
aanbinden
do
aanbreien
do
aanbreken
dawn

Similar but longer

aanbranden
sear

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'sear':

None found.
Learning languages?