Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Omhaken (to do) conjugation

Dutch
6 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
haak om
haakt om
haakt om
haken om
haken om
haken om
Present perfect tense
heb omgehaakt
hebt omgehaakt
heeft omgehaakt
hebben omgehaakt
hebben omgehaakt
hebben omgehaakt
Past tense
haakte om
haakte om
haakte om
haakten om
haakten om
haakten om
Future tense
zal omhaken
zult omhaken
zal omhaken
zullen omhaken
zullen omhaken
zullen omhaken
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou omhaken
zou omhaken
zou omhaken
zouden omhaken
zouden omhaken
zouden omhaken
Subjunctive mood
hake om
hake om
hake om
hake om
hake om
hake om
Past perfect tense
had omgehaakt
had omgehaakt
had omgehaakt
hadden omgehaakt
hadden omgehaakt
hadden omgehaakt
Future perf.
zal omgehaakt hebben
zal omgehaakt hebben
zal omgehaakt hebben
zullen omgehaakt hebben
zullen omgehaakt hebben
zullen omgehaakt hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou omgehaakt hebben
zou omgehaakt hebben
zou omgehaakt hebben
zouden omgehaakt hebben
zouden omgehaakt hebben
zouden omgehaakt hebben
Present bijzin tense
omhaak
omhaakt
omhaakt
omhaken
omhaken
omhaken
Past bijzin tense
omhaakte
omhaakte
omhaakte
omhaakten
omhaakten
omhaakten
Future bijzin tense
zal omhaken
zult omhaken
zal omhaken
zullen omhaken
zullen omhaken
zullen omhaken
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou omhaken
zou omhaken
zou omhaken
zouden omhaken
zouden omhaken
zouden omhaken
Subjunctive bijzin mood
omhake
omhake
omhake
omhake
omhake
omhake
Du
Ihr
Imperative mood
haak om
haakt

Examples of omhaken

Example in DutchTranslation in English
Jullie gebruiken haken om te klimmen en af te dalen.You will use ascenders to climb descenders to come down.
Als iedereen de armen in elkaar haakt... Kunnen we een Amisch zoektocht houden.If everybody could just link arms, we can do an Amish sweep.
Hij haakt steeds in m'n vestje.I don't want to snag any more cardies on it.
Johns Hopkins haakt af.Johns Hopkins doesn't need the notoriety.
Maar niet getreurd, misschien haakt er iemand af.Never mind, Nikos. People drop out, don't they?
Nee, niet uitstellen. Dan haakt ie af.No, don't put him off, we'll lose the deal.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afhaken
unhook
inhaken
hook
omhalen
pull down
opmaken
edit
opraken
run down
schaken
shift

Similar but longer

omhakken
fell

Random

nijdassen
envy axes
odoriseren
inoculate
offreren
offer
ombladeren
do
omdragen
carry about
omgrenzen
bound
omhakken
fell
omkappen
cut down
omklemmen
clasp
omkransen
wreathe

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.