Omklemmen (to clasp) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of omklemmen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
omklem
I clasp
omklemt
you clasp
omklemt
he/she/it clasps
omklemmen
we clasp
omklemmen
you all clasp
omklemmen
they clasp
Present perfect tense
heb omklemd
I have clasped
hebt omklemd
you have clasped
heeft omklemd
he/she/it has clasped
hebben omklemd
we have clasped
hebben omklemd
you all have clasped
hebben omklemd
they have clasped
Past tense
omklemde
I clasped
omklemde
you clasped
omklemde
he/she/it clasped
omklemden
we clasped
omklemden
you all clasped
omklemden
they clasped
Future tense
zal omklemmen
I will clasp
zult omklemmen
you will clasp
zal omklemmen
he/she/it will clasp
zullen omklemmen
we will clasp
zullen omklemmen
you all will clasp
zullen omklemmen
they will clasp
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou omklemmen
I would clasp
zou omklemmen
you would clasp
zou omklemmen
he/she/it would clasp
zouden omklemmen
we would clasp
zouden omklemmen
you all would clasp
zouden omklemmen
they would clasp
Subjunctive mood
omklemme
I clasp
omklemme
you clasp
omklemme
he/she/it clasp
omklemme
we clasp
omklemme
you all clasp
omklemme
they clasp
Past perfect tense
had omklemd
I had clasped
had omklemd
you had clasped
had omklemd
he/she/it had clasped
hadden omklemd
we had clasped
hadden omklemd
you all had clasped
hadden omklemd
they had clasped
Future perf.
zal omklemd hebben
I will have clasped
zal omklemd hebben
you will have clasped
zal omklemd hebben
he/she/it will have clasped
zullen omklemd hebben
we will have clasped
zullen omklemd hebben
you all will have clasped
zullen omklemd hebben
they will have clasped
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou omklemd hebben
I would have clasped
zou omklemd hebben
you would have clasped
zou omklemd hebben
he/she/it would have clasped
zouden omklemd hebben
we would have clasped
zouden omklemd hebben
you all would have clasped
zouden omklemd hebben
they would have clasped
Du
Ihr
Imperative mood
omklem
clasp
omklemt
clasp

Examples of omklemmen

Example in DutchTranslation in English
En de zielen van deze overledenen gaven elkaar de hand... omklemden enkels en vormden een web, een groot net van zielen.The souls of these departed joined hands, clasped ankles... and formed a web, a great net of souls.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afklemmen
disconnect
beklemmen
oppress
inklemmen
sandwich

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

nodigen
invite
oetsen
do
omgespen
do
omgraven
do
omkaden
do
omkleden
change
omklinken
clinch
omlaaghalen
take down
omnaaien
do
omplooien
fold back

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'clasp':

None found.
Learning languages?