Inhaken (to hook) conjugation

Dutch
17 examples

Conjugation of inhaken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
haak in
I hook
haakt in
you hook
haakt in
he/she/it hooks
haken in
we hook
haken in
you all hook
haken in
they hook
Present perfect tense
heb ingehaakt
I have hooked
hebt ingehaakt
you have hooked
heeft ingehaakt
he/she/it has hooked
hebben ingehaakt
we have hooked
hebben ingehaakt
you all have hooked
hebben ingehaakt
they have hooked
Past tense
haakte in
I hooked
haakte in
you hooked
haakte in
he/she/it hooked
haakten in
we hooked
haakten in
you all hooked
haakten in
they hooked
Future tense
zal inhaken
I will hook
zult inhaken
you will hook
zal inhaken
he/she/it will hook
zullen inhaken
we will hook
zullen inhaken
you all will hook
zullen inhaken
they will hook
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou inhaken
I would hook
zou inhaken
you would hook
zou inhaken
he/she/it would hook
zouden inhaken
we would hook
zouden inhaken
you all would hook
zouden inhaken
they would hook
Subjunctive mood
hake in
I hook
hake in
you hook
hake in
he/she/it hook
hake in
we hook
hake in
you all hook
hake in
they hook
Past perfect tense
had ingehaakt
I had hooked
had ingehaakt
you had hooked
had ingehaakt
he/she/it had hooked
hadden ingehaakt
we had hooked
hadden ingehaakt
you all had hooked
hadden ingehaakt
they had hooked
Future perf.
zal ingehaakt hebben
I will have hooked
zal ingehaakt hebben
you will have hooked
zal ingehaakt hebben
he/she/it will have hooked
zullen ingehaakt hebben
we will have hooked
zullen ingehaakt hebben
you all will have hooked
zullen ingehaakt hebben
they will have hooked
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ingehaakt hebben
I would have hooked
zou ingehaakt hebben
you would have hooked
zou ingehaakt hebben
he/she/it would have hooked
zouden ingehaakt hebben
we would have hooked
zouden ingehaakt hebben
you all would have hooked
zouden ingehaakt hebben
they would have hooked
Present bijzin tense
inhaak
I hook
inhaakt
you hook
inhaakt
he/she/it hooks
inhaken
we hook
inhaken
you all hook
inhaken
they hook
Past bijzin tense
inhaakte
I hooked
inhaakte
you hooked
inhaakte
he/she/it hooked
inhaakten
we hooked
inhaakten
you all hooked
inhaakten
they hooked
Future bijzin tense
zal inhaken
I will hook
zult inhaken
you will hook
zal inhaken
he/she/it will hook
zullen inhaken
we will hook
zullen inhaken
you all will hook
zullen inhaken
they will hook
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou inhaken
I would hook
zou inhaken
you would hook
zou inhaken
he/she/it would hook
zouden inhaken
we would hook
zouden inhaken
you all would hook
zouden inhaken
they would hook
Subjunctive bijzin mood
inhake
I hook
inhake
you hook
inhake
he/she/it hook
inhake
we hook
inhake
you all hook
inhake
they hook
Du
Ihr
Imperative mood
haak in
hook
haakt in
hook

Examples of inhaken

Example in DutchTranslation in English
Dus gaat dit over het inhaken met mijn Tae Kwon Do instructeur?So, is this about me hooking up with my Tae Kwon Do instructor?
Hand op een knie, arm inhaken, wat dan ook.Hand on a knee, hook an arm, whatever it is.
Het gleed weg van me voordat ik het kon inhaken.I'm sorry! It got away from me before I could hook it in.
Kun je op 't intercomsysteem inhaken?Can you hook into the intercom system?
Lijkt een beetje op inhaken met een glasvezel kabel op je hersenschors.It's like hooking up a fiber optic cable into your cerebral cortex.
- Hoe die haak in z'n schedel kwam.- How the man got a grappling hook... Poked clean through his skull.
- Je hebt ze aan de haak in de keuken gelaten.- You left them on the hook in the kitchen.
- Waar geen haak in voor komt.That doesn't involve a sky hook.
- Waarom zit er een haak in?- Why is there a hook in it?
Bij het meisje thuis vinden ze een bloedige haak in de autodeur.They get to the girl's house and find a bloody hook in the car door.
Anna gaat 12 uur eerder, en haakt in met de lokale assistentie.Anna leaves 12 hours earlier, and hooks up with the local resistance.
'Ze werden als schilderijen opgehangen aan haken in de muur'"Like pictures... "they were then hanged by hooks on the walls. "
- Stak haar bloedzuigende haken in hem.Got her bloodsucking hooks in him. Hooks?
Er kunnen 80 haken in.We can get 80 hooks on here.
Ik bevestigde haken in de vloer voor de karabiniers.I bolted hooks to the floor for the carabineers."
Ik moest twee haken in mijn borst steken en mezelf op een platform hijsen.And I had to insert two hooks into my pectoral muscles and hoist myself up to a platform.
- Kom op, Spence, je haakte in me.Come on, Spence, you hooked me.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afhaken
unhook
inhalen
catch up
inheien
do
inhuren
do
inkoken
boil down
inmaken
pickle
inweken
soak
omhaken
do
schaken
shift

Similar but longer

inhakken
slash

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'hook':

None found.
Learning languages?