Ombladeren (to do) conjugation

Dutch
2 examples

Conjugation of ombladeren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
blader om
I do
bladert om
you do
bladert om
he/she/it does
bladeren om
we do
bladeren om
you all do
bladeren om
they do
Present perfect tense
heb omgebladerd
I have done
hebt omgebladerd
you have done
heeft omgebladerd
he/she/it has done
hebben omgebladerd
we have done
hebben omgebladerd
you all have done
hebben omgebladerd
they have done
Past tense
bladerde om
I did
bladerde om
you did
bladerde om
he/she/it did
bladerden om
we did
bladerden om
you all did
bladerden om
they did
Future tense
zal ombladeren
I will do
zult ombladeren
you will do
zal ombladeren
he/she/it will do
zullen ombladeren
we will do
zullen ombladeren
you all will do
zullen ombladeren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou ombladeren
I would do
zou ombladeren
you would do
zou ombladeren
he/she/it would do
zouden ombladeren
we would do
zouden ombladeren
you all would do
zouden ombladeren
they would do
Subjunctive mood
bladere om
I do
bladere om
you do
bladere om
he/she/it do
bladere om
we do
bladere om
you all do
bladere om
they do
Past perfect tense
had omgebladerd
I had done
had omgebladerd
you had done
had omgebladerd
he/she/it had done
hadden omgebladerd
we had done
hadden omgebladerd
you all had done
hadden omgebladerd
they had done
Future perf.
zal omgebladerd hebben
I will have done
zal omgebladerd hebben
you will have done
zal omgebladerd hebben
he/she/it will have done
zullen omgebladerd hebben
we will have done
zullen omgebladerd hebben
you all will have done
zullen omgebladerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou omgebladerd hebben
I would have done
zou omgebladerd hebben
you would have done
zou omgebladerd hebben
he/she/it would have done
zouden omgebladerd hebben
we would have done
zouden omgebladerd hebben
you all would have done
zouden omgebladerd hebben
they would have done
Present bijzin tense
omblader
I do
ombladert
you do
ombladert
he/she/it does
ombladeren
we do
ombladeren
you all do
ombladeren
they do
Past bijzin tense
ombladerde
I did
ombladerde
you did
ombladerde
he/she/it did
ombladerden
we did
ombladerden
you all did
ombladerden
they did
Future bijzin tense
zal ombladeren
I will do
zult ombladeren
you will do
zal ombladeren
he/she/it will do
zullen ombladeren
we will do
zullen ombladeren
you all will do
zullen ombladeren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou ombladeren
I would do
zou ombladeren
you would do
zou ombladeren
he/she/it would do
zouden ombladeren
we would do
zouden ombladeren
you all would do
zouden ombladeren
they would do
Subjunctive bijzin mood
ombladere
I do
ombladere
you do
ombladere
he/she/it do
ombladere
we do
ombladere
you all do
ombladere
they do
Du
Ihr
Imperative mood
blader om
do
bladert
do

Examples of ombladeren

Example in DutchTranslation in English
Laten we er vlug eens doorheen bladeren om er een beetje vertrouwd mee te raken.Let's do a quick run-through to get the feel of it.
Je bladert altijd toevallig in één of twee.We always start browsing a couple, at random.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afbladeren
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

nijdassen
envy axes
noegen
do
obduceren
do
obstrueren
obstruct
oculeren
inoculate
ombinden
dismiss
omblazen
blow down
omdolen
dwindle
omduwen
push over
omhoogslaan
beat up

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?