Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Natspuiten (to squirt) conjugation

Dutch
9 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
spuit nat
spuit nat
spuit nat
spuiten nat
spuiten nat
spuiten nat
Present perfect tense
heb natgespoten
hebt natgespoten
heeft natgespoten
hebben natgespoten
hebben natgespoten
hebben natgespoten
Past tense
spoot nat
spoot nat
spoot nat
spoten nat
spoten nat
spoten nat
Future tense
zal natspuiten
zult natspuiten
zal natspuiten
zullen natspuiten
zullen natspuiten
zullen natspuiten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou natspuiten
zou natspuiten
zou natspuiten
zouden natspuiten
zouden natspuiten
zouden natspuiten
Subjunctive mood
spuite nat
spuite nat
spuite nat
spuite nat
spuite nat
spuite nat
Past perfect tense
had natgespoten
had natgespoten
had natgespoten
hadden natgespoten
hadden natgespoten
hadden natgespoten
Future perf.
zal natgespoten hebben
zal natgespoten hebben
zal natgespoten hebben
zullen natgespoten hebben
zullen natgespoten hebben
zullen natgespoten hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou natgespoten hebben
zou natgespoten hebben
zou natgespoten hebben
zouden natgespoten hebben
zouden natgespoten hebben
zouden natgespoten hebben
Present bijzin tense
natspuit
natspuit
natspuit
natspuiten
natspuiten
natspuiten
Past bijzin tense
natspoot
natspoot
natspoot
natspoten
natspoten
natspoten
Future bijzin tense
zal natspuiten
zult natspuiten
zal natspuiten
zullen natspuiten
zullen natspuiten
zullen natspuiten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou natspuiten
zou natspuiten
zou natspuiten
zouden natspuiten
zouden natspuiten
zouden natspuiten
Subjunctive bijzin mood
natspuite
natspuite
natspuite
natspuite
natspuite
natspuite
Du
Ihr
Imperative mood
spuit nat
spuit nat

Examples of natspuiten

Example in DutchTranslation in English
Hem natspuiten met waterpistolen?Squirt him with squirt guns?
Je gaat haar niet natspuiten.You're not squirting her in the face with water.
Je moet mij niet natspuiten.Don't squirt me. Squirt them.
Moet ik u voor het oog Gods natspuiten ?You want me to squirt you in front of God and everybody here? I'll do it.
Ik ben ooit natgespoten door een olifant.- You know, an elephant squirted me once at the zoo.
Ik kan niet geloven dat ik Carly heb natgespoten.I can't believe I squirted Carly.
Als ik je nou natspuit met mijn boutonniere?Hey, how about if I squirt you in the face with my boutonnière?
Het kan je niet schelen wie ik natspuit zolang als het de Triscareatops niet is wat hem ook geen kwaad doet.You don't give a crap who I squirted as long as it wasn't the triscareatops, which admittedly wouldn't hurt it.
Niet te geloven dat je Rachel natspoot met haar eigen tuinslang. Ze had geluk dat de golfbal haar niet raakte.I can't believe you squirted Rachel in the face with her own hose.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

uitspuiten
squirt

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

multipliceren
do
narennen
do
nasaleren
nasalize
nastaren
stare at
nasturen
send one
natmaken
make wet
natrillen
do
natten
do
neerbuigen
bow down
neerkladden
down blot

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'squirt':

None found.