Uitspuiten (to squirt) conjugation

Dutch
6 examples

Conjugation of uitspuiten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
spuit uit
I squirt
spuit uit
you squirt
spuit uit
he/she/it squirts
spuiten uit
we squirt
spuiten uit
you all squirt
spuiten uit
they squirt
Present perfect tense
heb uitgespoten
I have squirted
hebt uitgespoten
you have squirted
heeft uitgespoten
he/she/it has squirted
hebben uitgespoten
we have squirted
hebben uitgespoten
you all have squirted
hebben uitgespoten
they have squirted
Past tense
spoot uit
I squirted
spoot uit
you squirted
spoot uit
he/she/it squirted
spoten uit
we squirted
spoten uit
you all squirted
spoten uit
they squirted
Future tense
zal uitspuiten
I will squirt
zult uitspuiten
you will squirt
zal uitspuiten
he/she/it will squirt
zullen uitspuiten
we will squirt
zullen uitspuiten
you all will squirt
zullen uitspuiten
they will squirt
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uitspuiten
I would squirt
zou uitspuiten
you would squirt
zou uitspuiten
he/she/it would squirt
zouden uitspuiten
we would squirt
zouden uitspuiten
you all would squirt
zouden uitspuiten
they would squirt
Subjunctive mood
spuite uit
I squirt
spuite uit
you squirt
spuite uit
he/she/it squirt
spuite uit
we squirt
spuite uit
you all squirt
spuite uit
they squirt
Past perfect tense
had uitgespoten
I had squirted
had uitgespoten
you had squirted
had uitgespoten
he/she/it had squirted
hadden uitgespoten
we had squirted
hadden uitgespoten
you all had squirted
hadden uitgespoten
they had squirted
Future perf.
zal uitgespoten hebben
I will have squirted
zal uitgespoten hebben
you will have squirted
zal uitgespoten hebben
he/she/it will have squirted
zullen uitgespoten hebben
we will have squirted
zullen uitgespoten hebben
you all will have squirted
zullen uitgespoten hebben
they will have squirted
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgespoten hebben
I would have squirted
zou uitgespoten hebben
you would have squirted
zou uitgespoten hebben
he/she/it would have squirted
zouden uitgespoten hebben
we would have squirted
zouden uitgespoten hebben
you all would have squirted
zouden uitgespoten hebben
they would have squirted
Present bijzin tense
uitspuit
I squirt
uitspuit
you squirt
uitspuit
he/she/it squirts
uitspuiten
we squirt
uitspuiten
you all squirt
uitspuiten
they squirt
Past bijzin tense
uitspoot
I squirted
uitspoot
you squirted
uitspoot
he/she/it squirted
uitspoten
we squirted
uitspoten
you all squirted
uitspoten
they squirted
Future bijzin tense
zal uitspuiten
I will squirt
zult uitspuiten
you will squirt
zal uitspuiten
he/she/it will squirt
zullen uitspuiten
we will squirt
zullen uitspuiten
you all will squirt
zullen uitspuiten
they will squirt
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uitspuiten
I would squirt
zou uitspuiten
you would squirt
zou uitspuiten
he/she/it would squirt
zouden uitspuiten
we would squirt
zouden uitspuiten
you all would squirt
zouden uitspuiten
they would squirt
Subjunctive bijzin mood
uitspuite
I squirt
uitspuite
you squirt
uitspuite
he/she/it squirt
uitspuite
we squirt
uitspuite
you all squirt
uitspuite
they squirt
Du
Ihr
Imperative mood
spuit uit
squirt
spuit uit
squirt

Examples of uitspuiten

Example in DutchTranslation in English
Gaat daar nog inkt uitspuiten?Is that going to, like, squirt invisible ink or something?
Maar de bovenkant is open dus zal de yoghurt er daar uitspuiten.But the top of the container is open, so yogurt is going to squirt out along the top.
Hij valt om, schreeuwt, en het bloed spuit uit zijn neus.Everyone jumps. He falls down screaming, blood squirts out of his nose.
Ga op deze foto van jezelf en beginnen spuiten uit wat soul-a-rrhea.Ga upon this photo of yourself and start squirting out some soul-a-rrhea.
Er lag overal bloed, het spoot uit haar slagaderen, op handen en kleding.There was blood everywhere, it squirted out of her arteries , on hands and clothing .
Iemand had een nep bloem waar tequila uitspoot.Somebody had a flower that squirted Tequila.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

natspuiten
squirt
uitfluiten
hiss
uitsluiten
exclude
uitsnuiten
do
uitspatten
splash
uitspitten
dig into

Similar but longer

uitspruiten
sprout

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'squirt':

None found.
Learning languages?