Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Conflicteren (to conflict) conjugation

Dutch
8 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
conflicteer
conflicteert
conflicteert
conflicteren
conflicteren
conflicteren
Present perfect tense
heb geconflicteerd
hebt geconflicteerd
heeft geconflicteerd
hebben geconflicteerd
hebben geconflicteerd
hebben geconflicteerd
Past tense
conflicteerde
conflicteerde
conflicteerde
conflicteerden
conflicteerden
conflicteerden
Future tense
zal conflicteren
zult conflicteren
zal conflicteren
zullen conflicteren
zullen conflicteren
zullen conflicteren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou conflicteren
zou conflicteren
zou conflicteren
zouden conflicteren
zouden conflicteren
zouden conflicteren
Subjunctive mood
conflictere
conflictere
conflictere
conflictere
conflictere
conflictere
Past perfect tense
had geconflicteerd
had geconflicteerd
had geconflicteerd
hadden geconflicteerd
hadden geconflicteerd
hadden geconflicteerd
Future perf.
zal geconflicteerd hebben
zal geconflicteerd hebben
zal geconflicteerd hebben
zullen geconflicteerd hebben
zullen geconflicteerd hebben
zullen geconflicteerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geconflicteerd hebben
zou geconflicteerd hebben
zou geconflicteerd hebben
zouden geconflicteerd hebben
zouden geconflicteerd hebben
zouden geconflicteerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
conflicteer
conflicteert

Examples of conflicteren

Example in DutchTranslation in English
- En Interpol? Zolang ik er zeker van kan zijn, dat onze... belangen niet conflicteren, is er niets veranderd.don't conflict, nothing has changed.
Dus de cliënten conflicteren.So the clients conflict. Yeah.
Ja, maar deze beloften conflicteren met die van Tenez.Yeah, but these promises are in conflict to Tenez's position on a number of hot-button issues.
Maar als die waarden nu met elkaar conflicteren?But what if those operational parameters a-are in conflict with each other?
Jane's isotoop tandtest conflicteert met haar DNA resultaat over Taylor Shaw.This isotope test on Jane's tooth stands in direct conflict with the results matching her DNA to Taylor Shaw.
Je wil hem een tip geven die conflicteert met Wolfson?You want to give him a tip that would conflict with Wolfson?
Ik voel me super geconflicteerd hier, jongens.Feeling super-conflicted, here, guys.
De jury is eruit, we zien veel conflicterend bewijs... wat betreft potentiële gezondheidsrisico's.The jury is out we see a lot of conflicting evidence about potential health risk.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'conflict':

None found.