Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Aantijgen (to do) conjugation

Dutch
6 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
tijg aan
tijgt aan
tijgt aan
tijgen aan
tijgen aan
tijgen aan
Present perfect tense
heb aangetegen
hebt aangetegen
heeft aangetegen
hebben aangetegen
hebben aangetegen
hebben aangetegen
Past tense
teeg aan
teeg aan
teeg aan
tegen aan
tegen aan
tegen aan
Future tense
zal aantijgen
zult aantijgen
zal aantijgen
zullen aantijgen
zullen aantijgen
zullen aantijgen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aantijgen
zou aantijgen
zou aantijgen
zouden aantijgen
zouden aantijgen
zouden aantijgen
Subjunctive mood
tijge aan
tijge aan
tijge aan
tijge aan
tijge aan
tijge aan
Past perfect tense
had aangetegen
had aangetegen
had aangetegen
hadden aangetegen
hadden aangetegen
hadden aangetegen
Future perf.
zal aangetegen hebben
zal aangetegen hebben
zal aangetegen hebben
zullen aangetegen hebben
zullen aangetegen hebben
zullen aangetegen hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangetegen hebben
zou aangetegen hebben
zou aangetegen hebben
zouden aangetegen hebben
zouden aangetegen hebben
zouden aangetegen hebben
Present bijzin tense
aantijg
aantijgt
aantijgt
aantijgen
aantijgen
aantijgen
Past bijzin tense
aanteeg
aanteeg
aanteeg
aantegen
aantegen
aantegen
Future bijzin tense
zal aantijgen
zult aantijgen
zal aantijgen
zullen aantijgen
zullen aantijgen
zullen aantijgen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aantijgen
zou aantijgen
zou aantijgen
zouden aantijgen
zouden aantijgen
zouden aantijgen
Subjunctive bijzin mood
aantijge
aantijge
aantijge
aantijge
aantijge
aantijge
Du
Ihr
Imperative mood
tijg aan
tijgt aan

Examples of aantijgen

Example in DutchTranslation in English
Als we er met volle kracht tegen aan moesten... dan namen we twee of drie Tuinals, of die of vier Threeinals.When we did finally decide to flatten out we'd take two or three Tuinals, or three or four "Threeinals. "
Duwde je er tegen aan?- Well, did you push it?
Er tegen aan, Hatch.-Let's didi, Hatch.
Maar deze agent, keek er anders tegen aan.But this cop, he didn't look at it that way.
Sorry, heb ik je beroofd van de mogelijkheid om er zelf tegen aan te lopen?I'm sorry, did I rob you of the opportunity to stumble onto that for yourself?
Als God zwijgt en niemand de misdadigers aantijgt"If God does not punish the villains of the Red Mask,

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aanrijgen
thread
aantikken
flick
aantippen
touch
aantuigen
do
afstijgen
dismount

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.