Conjugation
Etymology
Blog
Courses
Get a Dutch Tutor
Conjugation
Etymology
Blog
aantelen
to do
Conjugation
Details
Looking for learning resources?
Study with our courses!
Get a full course →
Conjugation
of
aantelen
Translation
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
teel aan
I do
teelt aan
you do
teelt aan
he/she/it does
telen aan
we do
telen aan
you all do
telen aan
they do
Present perfect tense
heb aangeteeld
I have done
hebt aangeteeld
you have done
heeft aangeteeld
he/she/it has done
hebben aangeteeld
we have done
hebben aangeteeld
you all have done
hebben aangeteeld
they have done
Past tense
teelde aan
I did
teelde aan
you did
teelde aan
he/she/it did
teelden aan
we did
teelden aan
you all did
teelden aan
they did
Future tense
zal aantelen
I will do
zult aantelen
you will do
zal aantelen
he/she/it will do
zullen aantelen
we will do
zullen aantelen
you all will do
zullen aantelen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aantelen
I would do
zou aantelen
you would do
zou aantelen
he/she/it would do
zouden aantelen
we would do
zouden aantelen
you all would do
zouden aantelen
they would do
Subjunctive mood
tele aan
I do
tele aan
you do
tele aan
he/she/it do
tele aan
we do
tele aan
you all do
tele aan
they do
Past perfect tense
had aangeteeld
I had done
had aangeteeld
you had done
had aangeteeld
he/she/it had done
hadden aangeteeld
we had done
hadden aangeteeld
you all had done
hadden aangeteeld
they had done
Future perf.
zal aangeteeld hebben
I will have done
zal aangeteeld hebben
you will have done
zal aangeteeld hebben
he/she/it will have done
zullen aangeteeld hebben
we will have done
zullen aangeteeld hebben
you all will have done
zullen aangeteeld hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangeteeld hebben
I would have done
zou aangeteeld hebben
you would have done
zou aangeteeld hebben
he/she/it would have done
zouden aangeteeld hebben
we would have done
zouden aangeteeld hebben
you all would have done
zouden aangeteeld hebben
they would have done
Present bijzin tense
aanteel
I do
aanteelt
you do
aanteelt
he/she/it does
aantelen
we do
aantelen
you all do
aantelen
they do
Past bijzin tense
aanteelde
I did
aanteelde
you did
aanteelde
he/she/it did
aanteelden
we did
aanteelden
you all did
aanteelden
they did
Future bijzin tense
zal aantelen
I will do
zult aantelen
you will do
zal aantelen
he/she/it will do
zullen aantelen
we will do
zullen aantelen
you all will do
zullen aantelen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aantelen
I would do
zou aantelen
you would do
zou aantelen
he/she/it would do
zouden aantelen
we would do
zouden aantelen
you all would do
zouden aantelen
they would do
Subjunctive bijzin mood
aantele
I do
aantele
you do
aantele
he/she/it do
aantele
we do
aantele
you all do
aantele
they do
Du
Ihr
Imperative mood
teel aan
do
teelt aan
do
Further details about this page
LOCATION
Cooljugator
/
Dutch
/
aantelen
RELATED PAGES
aanhalen
quote
aantonen
prove
aanturen
do
aarzelen
hesitate
afstelen
do
kantelen
tilt
tintelen
tingle
wentelen
wallow
aantakelen
do
afkantelen
bevel grow
Back to Top