Conjugation
Etymology
Blog
Courses
Get a Dutch Tutor
Conjugation
Etymology
Blog
aanvatten
to begin
Conjugation
Details
Looking for learning resources?
Study with our courses!
Get a full course →
Conjugation
of
aanvatten
Translation
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vat aan
I begin
vat aan
you begin
vat aan
he/she/it begins
vatten aan
we begin
vatten aan
you all begin
vatten aan
they begin
Present perfect tense
heb aangevat
I have begun
hebt aangevat
you have begun
heeft aangevat
he/she/it has begun
hebben aangevat
we have begun
hebben aangevat
you all have begun
hebben aangevat
they have begun
Past tense
vatte aan
I began
vatte aan
you began
vatte aan
he/she/it began
vatten aan
we began
vatten aan
you all began
vatten aan
they began
Future tense
zal aanvatten
I will begin
zult aanvatten
you will begin
zal aanvatten
he/she/it will begin
zullen aanvatten
we will begin
zullen aanvatten
you all will begin
zullen aanvatten
they will begin
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanvatten
I would begin
zou aanvatten
you would begin
zou aanvatten
he/she/it would begin
zouden aanvatten
we would begin
zouden aanvatten
you all would begin
zouden aanvatten
they would begin
Subjunctive mood
vatte aan
I begin
vatte aan
you begin
vatte aan
he/she/it begin
vatte aan
we begin
vatte aan
you all begin
vatte aan
they begin
Past perfect tense
had aangevat
I had begun
had aangevat
you had begun
had aangevat
he/she/it had begun
hadden aangevat
we had begun
hadden aangevat
you all had begun
hadden aangevat
they had begun
Future perf.
zal aangevat hebben
I will have begun
zal aangevat hebben
you will have begun
zal aangevat hebben
he/she/it will have begun
zullen aangevat hebben
we will have begun
zullen aangevat hebben
you all will have begun
zullen aangevat hebben
they will have begun
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangevat hebben
I would have begun
zou aangevat hebben
you would have begun
zou aangevat hebben
he/she/it would have begun
zouden aangevat hebben
we would have begun
zouden aangevat hebben
you all would have begun
zouden aangevat hebben
they would have begun
Present bijzin tense
aanvat
I begin
aanvat
you begin
aanvat
he/she/it begins
aanvatten
we begin
aanvatten
you all begin
aanvatten
they begin
Past bijzin tense
aanvatte
I began
aanvatte
you began
aanvatte
he/she/it began
aanvatten
we began
aanvatten
you all began
aanvatten
they began
Future bijzin tense
zal aanvatten
I will begin
zult aanvatten
you will begin
zal aanvatten
he/she/it will begin
zullen aanvatten
we will begin
zullen aanvatten
you all will begin
zullen aanvatten
they will begin
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanvatten
I would begin
zou aanvatten
you would begin
zou aanvatten
he/she/it would begin
zouden aanvatten
we would begin
zouden aanvatten
you all would begin
zouden aanvatten
they would begin
Subjunctive bijzin mood
aanvatte
I begin
aanvatte
you begin
aanvatte
he/she/it begin
aanvatte
we begin
aanvatte
you all begin
aanvatte
they begin
Du
Ihr
Imperative mood
vat aan
begin
vat aan
begin
Further details about this page
LOCATION
Cooljugator
/
Dutch
/
aanvatten
RELATED PAGES
aanvallen
assail
aanvangen
begin
aanvetten
fatten
aanvreten
do
aanwetten
do
aanzetten
do
aanzitten
sit at table
Back to Top