Verjaren (to scare) conjugation

Dutch

Conjugation of verjaren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verjaar
I scare
verjaart
you scare
verjaart
he/she/it scares
verjaren
we scare
verjaren
you all scare
verjaren
they scare
Present perfect tense
ben verjaard
I have scared
bent verjaard
you have scared
is verjaard
he/she/it has scared
zijn verjaard
we have scared
zijn verjaard
you all have scared
zijn verjaard
they have scared
Past tense
verjaarde
I scared
verjaarde
you scared
verjaarde
he/she/it scared
verjaarden
we scared
verjaarden
you all scared
verjaarden
they scared
Future tense
zal verjaren
I will scare
zult verjaren
you will scare
zal verjaren
he/she/it will scare
zullen verjaren
we will scare
zullen verjaren
you all will scare
zullen verjaren
they will scare
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verjaren
I would scare
zou verjaren
you would scare
zou verjaren
he/she/it would scare
zouden verjaren
we would scare
zouden verjaren
you all would scare
zouden verjaren
they would scare
Subjunctive mood
verjare
I scare
verjare
you scare
verjare
he/she/it scare
verjare
we scare
verjare
you all scare
verjare
they scare
Past perfect tense
was verjaard
I had scared
was verjaard
you had scared
was verjaard
he/she/it had scared
waren verjaard
we had scared
waren verjaard
you all had scared
waren verjaard
they had scared
Future perf.
zal verjaard zijn
I will have scared
zal verjaard zijn
you will have scared
zal verjaard zijn
he/she/it will have scared
zullen verjaard zijn
we will have scared
zullen verjaard zijn
you all will have scared
zullen verjaard zijn
they will have scared
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verjaard zijn
I would have scared
zou verjaard zijn
you would have scared
zou verjaard zijn
he/she/it would have scared
zouden verjaard zijn
we would have scared
zouden verjaard zijn
you all would have scared
zouden verjaard zijn
they would have scared
Du
Ihr
Imperative mood
verjaar
scare
verjaart
scare

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

verduren
endure
vergaren
collect
verharen
moult
verhoren
interrogate
verhuren
rent
verjagen
scare
verkeren
be
verleren
unlearn
verteren
digest
vervuren
do
verweren
defend
verzuren
acidify

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'scare':

None found.
Learning languages?