Verjagen (to scare) conjugation

Dutch
17 examples

Conjugation of verjagen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verjaag
I scare
verjaagt
you scare
verjaagt
he/she/it scares
verjagen
we scare
verjagen
you all scare
verjagen
they scare
Present perfect tense
heb verjaagd
I have scared
hebt verjaagd
you have scared
heeft verjaagd
he/she/it has scared
hebben verjaagd
we have scared
hebben verjaagd
you all have scared
hebben verjaagd
they have scared
Past tense
verjaagde;verjoeg
I scared
verjaagde;verjoeg
you scared
verjaagde;verjoeg
he/she/it scared
verjaagden;verjoegen
we scared
verjaagden;verjoegen
you all scared
verjaagden;verjoegen
they scared
Future tense
zal verjagen
I will scare
zult verjagen
you will scare
zal verjagen
he/she/it will scare
zullen verjagen
we will scare
zullen verjagen
you all will scare
zullen verjagen
they will scare
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verjagen
I would scare
zou verjagen
you would scare
zou verjagen
he/she/it would scare
zouden verjagen
we would scare
zouden verjagen
you all would scare
zouden verjagen
they would scare
Subjunctive mood
verjage
I scare
verjage
you scare
verjage
he/she/it scare
verjage
we scare
verjage
you all scare
verjage
they scare
Past perfect tense
had verjaagd
I had scared
had verjaagd
you had scared
had verjaagd
he/she/it had scared
hadden verjaagd
we had scared
hadden verjaagd
you all had scared
hadden verjaagd
they had scared
Future perf.
zal verjaagd hebben
I will have scared
zal verjaagd hebben
you will have scared
zal verjaagd hebben
he/she/it will have scared
zullen verjaagd hebben
we will have scared
zullen verjaagd hebben
you all will have scared
zullen verjaagd hebben
they will have scared
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verjaagd hebben
I would have scared
zou verjaagd hebben
you would have scared
zou verjaagd hebben
he/she/it would have scared
zouden verjaagd hebben
we would have scared
zouden verjaagd hebben
you all would have scared
zouden verjaagd hebben
they would have scared
Du
Ihr
Imperative mood
verjaag
scare
verjaagt
scare

Examples of verjagen

Example in DutchTranslation in English
- Lawaai is om duivels te verjagen.Big noise to scare away devils!
- Omdat we dan de vis verjagen en angst staat niet gelijk aan aantrekkingskracht.- Because it will scare the fish, and fear does not equal attraction.
- Ze stappen voor de auto om die te verjagen.They step in front of moving vehicles to scare the spirits away. Exactly.
Als Hopper en z'n bende er zijn verjagen we hen met de vogel. Hiervoor...Then, right when Hopper and his gang are below... we'll launch the bird and scare off the grasshoppers.
Daarom verkleedt men zich, om spoken te verjagen.That's why people dress up, to scare away the ghosts.
Een baby verjaag je niet met een claxon.Hey, if I wanted to scare a baby, I wouldn't honk.
Misschien verjaag je dan ook nog de rest van de stad.Maybe you'll scare off the rest of the city. Hey.
- Mooi, hij verjaagt maar 't wild.- Good, he might scare the game.
Ik heb iets wat de wasberen verjaagt als je wilt slapen.Hey, If I wanna get some sleep, I may need something to scare off the raccoons.
Ik wil niet dat je de walvissen verjaagt.I don't want you to scare the whales of.
Ja, het zag eruit als iets dat vogels verjaagt.Yeah, it looked like something that scares the birds.
Je moet dat ding doen waarmee je mensen van de gang verjaagt.You need to do that thing you do to scare people out of the hallway.
- Hij heeft Victor vast verjaagd.He's probably the one who scared Victor away.
- Uw gezang heeft 'm vast verjaagd.Aye. Your singing must have scared them off.
-Je hebt Grote Mona verjaagd!-You scared away Big Mona!
...en wat het ook was, we hebben het verjaagd....and whatever it was, we scared it away.
Al de bizons werden tijdens de aanval verjaagd.All the bison got scared off during the attack.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

verdagen
postpone
verengen
narrow
verhogen
raise
verjaren
scare
verlagen
lower
vermogen
might
versagen
despond
vervagen
fade
verwegen
reconsider
verzagen
saw

Similar but longer

overjagen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'scare':

None found.
Learning languages?