Schaven (to plane) conjugation

Dutch
4 examples

Conjugation of schaven

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
schaaf
I plane
schaaft
you plane
schaaft
he/she/it planes
schaven
we plane
schaven
you all plane
schaven
they plane
Present perfect tense
heb geschaafd
I have planed
hebt geschaafd
you have planed
heeft geschaafd
he/she/it has planed
hebben geschaafd
we have planed
hebben geschaafd
you all have planed
hebben geschaafd
they have planed
Past tense
schaafde
I planed
schaafde
you planed
schaafde
he/she/it planed
schaafden
we planed
schaafden
you all planed
schaafden
they planed
Future tense
zal schaven
I will plane
zult schaven
you will plane
zal schaven
he/she/it will plane
zullen schaven
we will plane
zullen schaven
you all will plane
zullen schaven
they will plane
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou schaven
I would plane
zou schaven
you would plane
zou schaven
he/she/it would plane
zouden schaven
we would plane
zouden schaven
you all would plane
zouden schaven
they would plane
Subjunctive mood
schave
I plane
schave
you plane
schave
he/she/it plane
schave
we plane
schave
you all plane
schave
they plane
Past perfect tense
had geschaafd
I had planed
had geschaafd
you had planed
had geschaafd
he/she/it had planed
hadden geschaafd
we had planed
hadden geschaafd
you all had planed
hadden geschaafd
they had planed
Future perf.
zal geschaafd hebben
I will have planed
zal geschaafd hebben
you will have planed
zal geschaafd hebben
he/she/it will have planed
zullen geschaafd hebben
we will have planed
zullen geschaafd hebben
you all will have planed
zullen geschaafd hebben
they will have planed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geschaafd hebben
I would have planed
zou geschaafd hebben
you would have planed
zou geschaafd hebben
he/she/it would have planed
zouden geschaafd hebben
we would have planed
zouden geschaafd hebben
you all would have planed
zouden geschaafd hebben
they would have planed
Du
Ihr
Imperative mood
schaaf
plane
schaaft
plane

Examples of schaven

Example in DutchTranslation in English
Beitels, draaibanken, schaven, vijlen.Chisels, lathes, planes, files.
Geef aan mij de schaaf, Dennis! Geef me het.Give me the planer, Dennis!
Geef aan mij de schaaf, Dennis.Give me the planer, Dennis.
Wetenschap doceren op de planeet Dik... waar ze zelfs de stringtheorie nog niet opgelost hebben! O, het schaaft!Teaching science on the planet Thick where they still haven't worked out string theory!

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

schaden
damage
schaken
shift
schalen
do
schamen
be ashamed
scharen
do
schelen
make a difference
schepen
do
scheren
shave
scholen
school
schonen
clean
schoren
abet
schoven
do
schuren
sand
schuwen
shun

Similar but longer

afschaven
skive
beschaven
civilize
schavelen
appraise

Random

sabelen
saber
samendringen
do
samenwonen
live together
sarren
nag
satureren
do
schadeloosstellen
compensate
schandaliseren
do
schavelen
appraise
schaverdijnen
do
scherven
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'plane':

None found.
Learning languages?