Etymology
Blog
Etymology Blog

Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Samenvlechten (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vlecht samen
vlecht samen
vlecht samen
vlechten samen
vlechten samen
vlechten samen
Present perfect tense
heb samengevlochten
hebt samengevlochten
heeft samengevlochten
hebben samengevlochten
hebben samengevlochten
hebben samengevlochten
Past tense
vlocht samen
vlocht samen
vlocht samen
vlochten samen
vlochten samen
vlochten samen
Future tense
zal samenvlechten
zult samenvlechten
zal samenvlechten
zullen samenvlechten
zullen samenvlechten
zullen samenvlechten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou samenvlechten
zou samenvlechten
zou samenvlechten
zouden samenvlechten
zouden samenvlechten
zouden samenvlechten
Subjunctive mood
vlechte samen
vlechte samen
vlechte samen
vlechte samen
vlechte samen
vlechte samen
Past perfect tense
had samengevlochten
had samengevlochten
had samengevlochten
hadden samengevlochten
hadden samengevlochten
hadden samengevlochten
Future perf.
zal samengevlochten hebben
zal samengevlochten hebben
zal samengevlochten hebben
zullen samengevlochten hebben
zullen samengevlochten hebben
zullen samengevlochten hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou samengevlochten hebben
zou samengevlochten hebben
zou samengevlochten hebben
zouden samengevlochten hebben
zouden samengevlochten hebben
zouden samengevlochten hebben
Present bijzin tense
samenvlecht
samenvlecht
samenvlecht
samenvlechten
samenvlechten
samenvlechten
Past bijzin tense
samenvlocht
samenvlocht
samenvlocht
samenvlochten
samenvlochten
samenvlochten
Future bijzin tense
zal samenvlechten
zult samenvlechten
zal samenvlechten
zullen samenvlechten
zullen samenvlechten
zullen samenvlechten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou samenvlechten
zou samenvlechten
zou samenvlechten
zouden samenvlechten
zouden samenvlechten
zouden samenvlechten
Subjunctive bijzin mood
samenvlechte
samenvlechte
samenvlechte
samenvlechte
samenvlechte
samenvlechte
Du
Ihr
Imperative mood
vlecht samen
vlecht samen

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

rouleren
be about
samenbinden
bundle
samengroeien
accrete
samenhangen
be connected
samenpersen
compress
samenstromen
flock
samenvatten
summarize
samenvloeien
merge
schamen
be ashamed
scharen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.