Samengroeien (to accrete) conjugation

Dutch
2 examples

Conjugation of samengroeien

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
groei samen
I accrete
groeit samen
you accrete
groeit samen
he/she/it accretes
groeien samen
we accrete
groeien samen
you all accrete
groeien samen
they accrete
Present perfect tense
ben samengegroeid
I have accreted
bent samengegroeid
you have accreted
is samengegroeid
he/she/it has accreted
zijn samengegroeid
we have accreted
zijn samengegroeid
you all have accreted
zijn samengegroeid
they have accreted
Past tense
groeide samen
I accreted
groeide samen
you accreted
groeide samen
he/she/it accreted
groeiden samen
we accreted
groeiden samen
you all accreted
groeiden samen
they accreted
Future tense
zal samengroeien
I will accrete
zult samengroeien
you will accrete
zal samengroeien
he/she/it will accrete
zullen samengroeien
we will accrete
zullen samengroeien
you all will accrete
zullen samengroeien
they will accrete
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou samengroeien
I would accrete
zou samengroeien
you would accrete
zou samengroeien
he/she/it would accrete
zouden samengroeien
we would accrete
zouden samengroeien
you all would accrete
zouden samengroeien
they would accrete
Subjunctive mood
groeie samen
I accrete
groeie samen
you accrete
groeie samen
he/she/it accrete
groeie samen
we accrete
groeie samen
you all accrete
groeie samen
they accrete
Past perfect tense
was samengegroeid
I had accreted
was samengegroeid
you had accreted
was samengegroeid
he/she/it had accreted
waren samengegroeid
we had accreted
waren samengegroeid
you all had accreted
waren samengegroeid
they had accreted
Future perf.
zal samengegroeid zijn
I will have accreted
zal samengegroeid zijn
you will have accreted
zal samengegroeid zijn
he/she/it will have accreted
zullen samengegroeid zijn
we will have accreted
zullen samengegroeid zijn
you all will have accreted
zullen samengegroeid zijn
they will have accreted
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou samengegroeid zijn
I would have accreted
zou samengegroeid zijn
you would have accreted
zou samengegroeid zijn
he/she/it would have accreted
zouden samengegroeid zijn
we would have accreted
zouden samengegroeid zijn
you all would have accreted
zouden samengegroeid zijn
they would have accreted
Present bijzin tense
samengroei
I accrete
samengroeit
you accrete
samengroeit
he/she/it accretes
samengroeien
we accrete
samengroeien
you all accrete
samengroeien
they accrete
Past bijzin tense
samengroeide
I accreted
samengroeide
you accreted
samengroeide
he/she/it accreted
samengroeiden
we accreted
samengroeiden
you all accreted
samengroeiden
they accreted
Future bijzin tense
zal samengroeien
I will accrete
zult samengroeien
you will accrete
zal samengroeien
he/she/it will accrete
zullen samengroeien
we will accrete
zullen samengroeien
you all will accrete
zullen samengroeien
they will accrete
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou samengroeien
I would accrete
zou samengroeien
you would accrete
zou samengroeien
he/she/it would accrete
zouden samengroeien
we would accrete
zouden samengroeien
you all would accrete
zouden samengroeien
they would accrete
Subjunctive bijzin mood
samengroeie
I accrete
samengroeie
you accrete
samengroeie
he/she/it accrete
samengroeie
we accrete
samengroeie
you all accrete
samengroeie
they accrete
Du
Ihr
Imperative mood
groei samen
accrete
groeit samen
accrete

Examples of samengroeien

Example in DutchTranslation in English
En zoals de suikerspin laat zien... hoe deze vaste deeltjes samengroeien in het zonnestelsel...And as cotton candy illustrates how these solids accrete in the
De ijzeren kernen kwamen samen... en de mantels van silicaat werden op aarde achtergelaten... en groeiden samen uit tot een schijf die om de aarde ging draaien.The iron cores would have come together, and the silicate mantles were left on the Earth and also accreted into a disc that was orbiting the Earth.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

samenvloeien
merge

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

rondzwerven
traipse
rouwklagen
mourn
ruiken
smell
ruizelen
do
ruziën
wrangle
samenbouwen
do
samengaan
go together
samenhangen
be connected
samenscholen
flock
samenwerken
cooperate

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'accrete':

None found.
Learning languages?