Fluoresceren (to fluoresce) conjugation

Dutch
12 examples

Conjugation of fluoresceren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
fluoresceer
I fluoresce
fluoresceert
you fluoresce
fluoresceert
he/she/it fluoresces
fluoresceren
we fluoresce
fluoresceren
you all fluoresce
fluoresceren
they fluoresce
Present perfect tense
heb gefluoresceerd
I have fluoresced
hebt gefluoresceerd
you have fluoresced
heeft gefluoresceerd
he/she/it has fluoresced
hebben gefluoresceerd
we have fluoresced
hebben gefluoresceerd
you all have fluoresced
hebben gefluoresceerd
they have fluoresced
Past tense
fluoresceerde
I fluoresced
fluoresceerde
you fluoresced
fluoresceerde
he/she/it fluoresced
fluoresceerden
we fluoresced
fluoresceerden
you all fluoresced
fluoresceerden
they fluoresced
Future tense
zal fluoresceren
I will fluoresce
zult fluoresceren
you will fluoresce
zal fluoresceren
he/she/it will fluoresce
zullen fluoresceren
we will fluoresce
zullen fluoresceren
you all will fluoresce
zullen fluoresceren
they will fluoresce
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou fluoresceren
I would fluoresce
zou fluoresceren
you would fluoresce
zou fluoresceren
he/she/it would fluoresce
zouden fluoresceren
we would fluoresce
zouden fluoresceren
you all would fluoresce
zouden fluoresceren
they would fluoresce
Subjunctive mood
fluorescere
I fluoresce
fluorescere
you fluoresce
fluorescere
he/she/it fluoresce
fluorescere
we fluoresce
fluorescere
you all fluoresce
fluorescere
they fluoresce
Past perfect tense
had gefluoresceerd
I had fluoresced
had gefluoresceerd
you had fluoresced
had gefluoresceerd
he/she/it had fluoresced
hadden gefluoresceerd
we had fluoresced
hadden gefluoresceerd
you all had fluoresced
hadden gefluoresceerd
they had fluoresced
Future perf.
zal gefluoresceerd hebben
I will have fluoresced
zal gefluoresceerd hebben
you will have fluoresced
zal gefluoresceerd hebben
he/she/it will have fluoresced
zullen gefluoresceerd hebben
we will have fluoresced
zullen gefluoresceerd hebben
you all will have fluoresced
zullen gefluoresceerd hebben
they will have fluoresced
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gefluoresceerd hebben
I would have fluoresced
zou gefluoresceerd hebben
you would have fluoresced
zou gefluoresceerd hebben
he/she/it would have fluoresced
zouden gefluoresceerd hebben
we would have fluoresced
zouden gefluoresceerd hebben
you all would have fluoresced
zouden gefluoresceerd hebben
they would have fluoresced
Du
Ihr
Imperative mood
fluoresceer
fluoresce
fluoresceert
fluoresce

Examples of fluoresceren

Example in DutchTranslation in English
Als de baai gaat fluoresceren, is dat slecht voor bedrijven.When the Chesapeake turns fluorescent colors, local business will have a bigger concern.
De gele brillen filteren bepaalde lichtgolven. Zo kunnen ze beter zien of er koralen fluoresceren.The yellow goggles filter out specific wavelengths of light to help them see if any of the corals here do fluoresce.
Nou, ik vond het altijd al stoer dat tanden kunnen fluoresceren, maar kronen doen dat niet.Well,I always thought it was cool that teeth fluoresced, but veneers didn't
Waarom koralen fluoresceren, is een raadsel.Why corals fluoresce is a scientific mystery.
maar hun lichamen fluoresceren onder ultraviolet licht, en dat maakt het voor ons mogelijk om hun meest intiem gedrag waar te nemen.But their bodies fluoresce under ultraviolet light, and that makes it possible for us to watch their most intimate behaviour.
Babyolie fluoresceert bij een lagere frequentie dan biologische, ik heb de ALS ingesteld op 525 nanometer.Baby oil fluoresces at a lower frequency than biologicals, so I've set the ALSs at 525 nanometers.
Dat is waarom het fluoresceert net als alle uitwerpselen.Which is why it fluoresces, like all other poop does.
De oplossing fluoresceert. Nu kunnen we het eruit halen.[B.J.] The solution fluoresces, and we take out whatever shines.
Olie fluoresceert op 525 nanometer als je die door KV 590 filtert.Mineral oil fluoresces at 525 nanometers when filtered through a
Omdat onder UV-licht, zilverchloride fluoresceert ...Because under UV light, silver chloride fluoresces...
De armband is fluorescerend rood.Bracelet is fluorescing red.
Niemand heeft eerder in deze wateren naar fluorescerend koraal gezocht.Nobody has ever had a chance to look for fluorescing coral in these waters before.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

figgelen
do
filosoferen
philosophize
fineren
finance
flansen
slap together
flauwvallen
swoon
flikkeren
flicker
fluiten
flute
fluorideren
fluoresce
fouilleren
frisk
frijnen
chamfer

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'fluoresce':

None found.
Learning languages?