Flikkeren (to flicker) conjugation

Dutch
27 examples

Conjugation of flikkeren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
flikker
I flicker
flikkert
you flicker
flikkert
he/she/it flickers
flikkeren
we flicker
flikkeren
you all flicker
flikkeren
they flicker
Present perfect tense
heb geflikkerd
I have flickered
hebt geflikkerd
you have flickered
heeft geflikkerd
he/she/it has flickered
hebben geflikkerd
we have flickered
hebben geflikkerd
you all have flickered
hebben geflikkerd
they have flickered
Past tense
flikkerde
I flickered
flikkerde
you flickered
flikkerde
he/she/it flickered
flikkerden
we flickered
flikkerden
you all flickered
flikkerden
they flickered
Future tense
zal flikkeren
I will flicker
zult flikkeren
you will flicker
zal flikkeren
he/she/it will flicker
zullen flikkeren
we will flicker
zullen flikkeren
you all will flicker
zullen flikkeren
they will flicker
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou flikkeren
I would flicker
zou flikkeren
you would flicker
zou flikkeren
he/she/it would flicker
zouden flikkeren
we would flicker
zouden flikkeren
you all would flicker
zouden flikkeren
they would flicker
Subjunctive mood
flikkere
I flicker
flikkere
you flicker
flikkere
he/she/it flicker
flikkere
we flicker
flikkere
you all flicker
flikkere
they flicker
Past perfect tense
had geflikkerd
I had flickered
had geflikkerd
you had flickered
had geflikkerd
he/she/it had flickered
hadden geflikkerd
we had flickered
hadden geflikkerd
you all had flickered
hadden geflikkerd
they had flickered
Future perf.
zal geflikkerd hebben
I will have flickered
zal geflikkerd hebben
you will have flickered
zal geflikkerd hebben
he/she/it will have flickered
zullen geflikkerd hebben
we will have flickered
zullen geflikkerd hebben
you all will have flickered
zullen geflikkerd hebben
they will have flickered
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geflikkerd hebben
I would have flickered
zou geflikkerd hebben
you would have flickered
zou geflikkerd hebben
he/she/it would have flickered
zouden geflikkerd hebben
we would have flickered
zouden geflikkerd hebben
you all would have flickered
zouden geflikkerd hebben
they would have flickered
Du
Ihr
Imperative mood
flikker
flicker
flikkert
flicker

Examples of flikkeren

Example in DutchTranslation in English
- De lichten blijven flikkeren.The lights keep flickering.
- Het licht begon te flikkeren.The lights just flickered.
Als ze aangaan, flikkeren ze.They light up and they flicker.
Ben ik aan het flikkeren?Am I flickering?
De gloeiballen flikkeren alleen.But the bed knobs are only flickering.
Dan wat kan je aflezen van de flikker meter?Then what's the reading on the flicker gauge?
Hé, waarom flikker je?Hey, why are you flickering?
Je kunt niet zeggen dat ik flikker.You cannot say that I'm flickering.
Kijk, ik flikker niet.Look, I'm not flickering.
of: "Daar is die flikker weer."or "There is that flicker again."
- De elektriciteit flikkert al sinds zondag.Power's been flickering on and off since last sunday,
- Hij flikkert.- He's flickering.
- Je flikkert.- You're flickering.
Als ik niet langer de lamp ben... die voor de heilige Maria flikkert.IfI amno longer that lamp... which flickers in front of a sweet Maria.
Camera een flikkert.Camera one, flickering.
We smeten er een kleine generator tegen, het heeft amper geflikkerd.We threw that little generator at it. It barely even flickered.
- Eventjes maar, hij flikkerde.Just for a moment, he flickered.
En het flikkerde laatst om ... .. 08:07,And it flickered its last at... .. 8.07 am.
Ik flikkerde...I flickered...
Je flikkerde net.You just flickered.
Net als bij batterijen die opgaan, flikkerde het licht in z'n ogen op... en ging toen uit.And like batteries going bad the light in its eyes flickered a little bit and went out.
De lampen flikkerden.Lights flickered.
De dagen van koekjes, dromen en de ijsman vervagen flikkerend tot zwart, zoals bij een zieke vuurvlieg of een nachtlampje dat gek doet.The days of cookies, dreams, and the ice cream man do their flickering fade to black, like some wounded firefly, or a nightlight on the Fritz.
De mens, gedwongen te leven in 'n eenzame, goddeloze eeuwigheid als een flikkerend vlammetje in een eindeloze leegte met niets dan verschrikking en verloedering die een dwangbuis vormen in 'n zwart heelal.The predicament of man forced to live in a barren, godless eternity like a tiny flame flickering in an immense void with nothing but waste, horror and degradation forming a useless straightjacket in a black absurd cosmos.
Haar toestand wordt veroorzaakt door een flikkerend licht.Her condition is induced by nothing more than a flickering light.
Het bekende werk: schaduwen... flikkerend licht, zwaaiende kroonluchters, koude plekken.The usual stuff - shadowy apparitions, flickering lights, swinging chandeliers, cold spots.
Ik zie er erg goed uit in flikkerend licht.I look really good in flickering light.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

blikkeren
look times
flakkeren
flare
flankeren
flank
flipperen
pinball
flonkeren
scintillate
knikkeren
play at marbles

Similar but longer

omflikkeren
do
opflikkeren
flare up

Random

filteren
philosophize
filtreren
filter
fistfucken
do
fitten
adjust
flappen
flap
flatteren
flatter
flikken
cajole
flippen
do
flossen
floss
foxtrotten
foxtrot

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'flicker':

None found.
Learning languages?