Enumereren (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of enumereren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
enumereer
I do
enumereert
you do
enumereert
he/she/it does
enumereren
we do
enumereren
you all do
enumereren
they do
Present perfect tense
heb geënumereerd
I have done
hebt geënumereerd
you have done
heeft geënumereerd
he/she/it has done
hebben geënumereerd
we have done
hebben geënumereerd
you all have done
hebben geënumereerd
they have done
Past tense
enumereerde
I did
enumereerde
you did
enumereerde
he/she/it did
enumereerden
we did
enumereerden
you all did
enumereerden
they did
Future tense
zal enumereren
I will do
zult enumereren
you will do
zal enumereren
he/she/it will do
zullen enumereren
we will do
zullen enumereren
you all will do
zullen enumereren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou enumereren
I would do
zou enumereren
you would do
zou enumereren
he/she/it would do
zouden enumereren
we would do
zouden enumereren
you all would do
zouden enumereren
they would do
Subjunctive mood
enumerere
I do
enumerere
you do
enumerere
he/she/it do
enumerere
we do
enumerere
you all do
enumerere
they do
Past perfect tense
had geënumereerd
I had done
had geënumereerd
you had done
had geënumereerd
he/she/it had done
hadden geënumereerd
we had done
hadden geënumereerd
you all had done
hadden geënumereerd
they had done
Future perf.
zal geënumereerd hebben
I will have done
zal geënumereerd hebben
you will have done
zal geënumereerd hebben
he/she/it will have done
zullen geënumereerd hebben
we will have done
zullen geënumereerd hebben
you all will have done
zullen geënumereerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geënumereerd hebben
I would have done
zou geënumereerd hebben
you would have done
zou geënumereerd hebben
he/she/it would have done
zouden geënumereerd hebben
we would have done
zouden geënumereerd hebben
you all would have done
zouden geënumereerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
enumereer
do
enumereert
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

doodknuffelen
cuddle
druipen
drip
ebben
do
eggen
harrow
eigenen
do
emulgeren
emulsify
entameren
bring up
entertainen
entertain
entraineren
entertain
epateren
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?