Etymology
Blog
Etymology Blog

Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Behouwen (to roughhew) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
behouw
behouwt
behouwt
behouwen
behouwen
behouwen
Present perfect tense
heb behouwen
hebt behouwen
heeft behouwen
hebben behouwen
hebben behouwen
hebben behouwen
Past tense
behieuw
behieuw
behieuw
behieuwen
behieuwen
behieuwen
Future tense
zal behouwen
zult behouwen
zal behouwen
zullen behouwen
zullen behouwen
zullen behouwen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou behouwen
zou behouwen
zou behouwen
zouden behouwen
zouden behouwen
zouden behouwen
Subjunctive mood
behouwe
behouwe
behouwe
behouwe
behouwe
behouwe
Past perfect tense
had behouwen
had behouwen
had behouwen
hadden behouwen
hadden behouwen
hadden behouwen
Future perf.
zal behouwen hebben
zal behouwen hebben
zal behouwen hebben
zullen behouwen hebben
zullen behouwen hebben
zullen behouwen hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou behouwen hebben
zou behouwen hebben
zou behouwen hebben
zouden behouwen hebben
zouden behouwen hebben
zouden behouwen hebben
Du
Ihr
Imperative mood
behouw
behouwt

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afhouwen
sever
bebouwen
build
bedauwen
bedew
behoeden
save
behoeven
must
behouden
belong
benauwen
oppress
berouwen
repent
bespuwen
spatter
inhouwen
do
omhouwen
cut down
schouwen
inspect

Similar but longer

beschouwen
consider

Random

bedenken
think
bedriegen
deceive
beduimelen
thumb
beesten
do
begrenzen
limit
begroten
estimate
behartigen
do
behouden
belong
behuwen
do
bejegenen
treat

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'roughhew':

None found.