Berouwen (to repent) conjugation

Dutch
12 examples

Conjugation of berouwen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
berouw
I repent
berouwt
you repent
berouwt
he/she/it repents
berouwen
we repent
berouwen
you all repent
berouwen
they repent
Present perfect tense
heb berouwd
I have repented
hebt berouwd
you have repented
heeft berouwd
he/she/it has repented
hebben berouwd
we have repented
hebben berouwd
you all have repented
hebben berouwd
they have repented
Past tense
berouwde
I repented
berouwde
you repented
berouwde
he/she/it repented
berouwden
we repented
berouwden
you all repented
berouwden
they repented
Future tense
zal berouwen
I will repent
zult berouwen
you will repent
zal berouwen
he/she/it will repent
zullen berouwen
we will repent
zullen berouwen
you all will repent
zullen berouwen
they will repent
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou berouwen
I would repent
zou berouwen
you would repent
zou berouwen
he/she/it would repent
zouden berouwen
we would repent
zouden berouwen
you all would repent
zouden berouwen
they would repent
Subjunctive mood
berouwe
I repent
berouwe
you repent
berouwe
he/she/it repent
berouwe
we repent
berouwe
you all repent
berouwe
they repent
Past perfect tense
had berouwd
I had repented
had berouwd
you had repented
had berouwd
he/she/it had repented
hadden berouwd
we had repented
hadden berouwd
you all had repented
hadden berouwd
they had repented
Future perf.
zal berouwd hebben
I will have repented
zal berouwd hebben
you will have repented
zal berouwd hebben
he/she/it will have repented
zullen berouwd hebben
we will have repented
zullen berouwd hebben
you all will have repented
zullen berouwd hebben
they will have repented
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou berouwd hebben
I would have repented
zou berouwd hebben
you would have repented
zou berouwd hebben
he/she/it would have repented
zouden berouwd hebben
we would have repented
zouden berouwd hebben
you all would have repented
zouden berouwd hebben
they would have repented
Du
Ihr
Imperative mood
berouw
repent
berouwt
repent

Examples of berouwen

Example in DutchTranslation in English
Als de zon opkomt zal het Winnetou berouwen.As the sun rises, the Winnetou repent.
Ben je hier om je zonden te berouwen?You're here to repent your sins, is it?
Ben je klaar met het berouwen van je zonden? Ik denk niet dat ik ooit klaar zal zijn.You done repenting your sins?
De bisschop weet dat ze in Nottingham... moeten oogsten wat ze zaaiden en hun zonden berouwen.The Bishop does not need reminding that the people of Nottingham should reap what they sow and repent of their sins.
De woorden en daden van de kinderen der duisternis zullen ons berouwen... maar evenzeer de angst en apathie van de kinderen des lichts.And our generation will have to repent not only for the words and acts of the children of darkness but also for the fears and apathy of the children of light.
"Dus spring omhoog, naar de hemel, en toon berouw voor je zonden".♪ So jump to the sky ♪ ♪ repent of your sins ♪
'Onze stommiteiten blijven ons kwellen, al toon je berouw.' Gilbert Parker."the spirits of our foolish deeds haunt us with or without repentance." Gilbert parker.
- Er is vrede in berouw, Ava.There's peace in repentance, Ava.
- Ik bedoel berouw.-l mean, repentance.
- Ik heb berouw al mijn zonden.I repent all my sins.
Ja, de Duivel moge hem levend halen. En de waterkruik, tenzij het hem berouwt.Yes, the Devil take him alive, and the pitcher, unless he repents.
Zij heeft berouwt. Dat is al meer dan ik van jou kan zeggen.And she's repenting, which is more than I can say for you.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bebouwen
build
bedauwen
bedew
behouwen
roughhew
benauwen
oppress
beroemen
boast
beroepen
do
beroeren
touch
bespuwen
spatter

Similar but longer

betrouwen
trust

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'repent':

None found.
Learning languages?