Benauwen (to oppress) conjugation

Dutch
3 examples

Conjugation of benauwen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
benauw
I oppress
benauwt
you oppress
benauwt
he/she/it oppresses
benauwen
we oppress
benauwen
you all oppress
benauwen
they oppress
Present perfect tense
heb benauwd
I have oppressed
hebt benauwd
you have oppressed
heeft benauwd
he/she/it has oppressed
hebben benauwd
we have oppressed
hebben benauwd
you all have oppressed
hebben benauwd
they have oppressed
Past tense
benauwde
I oppressed
benauwde
you oppressed
benauwde
he/she/it oppressed
benauwden
we oppressed
benauwden
you all oppressed
benauwden
they oppressed
Future tense
zal benauwen
I will oppress
zult benauwen
you will oppress
zal benauwen
he/she/it will oppress
zullen benauwen
we will oppress
zullen benauwen
you all will oppress
zullen benauwen
they will oppress
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou benauwen
I would oppress
zou benauwen
you would oppress
zou benauwen
he/she/it would oppress
zouden benauwen
we would oppress
zouden benauwen
you all would oppress
zouden benauwen
they would oppress
Subjunctive mood
benauwe
I oppress
benauwe
you oppress
benauwe
he/she/it oppress
benauwe
we oppress
benauwe
you all oppress
benauwe
they oppress
Past perfect tense
had benauwd
I had oppressed
had benauwd
you had oppressed
had benauwd
he/she/it had oppressed
hadden benauwd
we had oppressed
hadden benauwd
you all had oppressed
hadden benauwd
they had oppressed
Future perf.
zal benauwd hebben
I will have oppressed
zal benauwd hebben
you will have oppressed
zal benauwd hebben
he/she/it will have oppressed
zullen benauwd hebben
we will have oppressed
zullen benauwd hebben
you all will have oppressed
zullen benauwd hebben
they will have oppressed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou benauwd hebben
I would have oppressed
zou benauwd hebben
you would have oppressed
zou benauwd hebben
he/she/it would have oppressed
zouden benauwd hebben
we would have oppressed
zouden benauwd hebben
you all would have oppressed
zouden benauwd hebben
they would have oppressed
Du
Ihr
Imperative mood
benauw
oppress
benauwt
oppress

Examples of benauwen

Example in DutchTranslation in English
Ik kreeg het benauwd.I felt oppressed.
Ik krijg het nu al benauwd.I feel oppressed already.
Toen ik wakker werd, had ik het benauwd.When I woke up, I felt oppressed.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bebouwen
build
bedauwen
bedew
behouwen
roughhew
berouwen
repent
bespuwen
spatter

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

beklimmen
climb
bekommeren
worry
belegeren
besiege
beleren
school
bemannen
man
bemoedigen
encourage
benagelen
approximate measures
benchmarken
benchmark
beplakken
plaster
berechten
judge

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'oppress':

None found.
Learning languages?