Conjugation
Etymology
Blog
Courses
Get a Dutch Tutor
Conjugation
Etymology
Blog
afhouwen
to sever
Conjugation
Details
Looking for learning resources?
Study with our courses!
Get a full course →
Conjugation
of
afhouwen
Translation
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
houw af
I sever
houwt af
you sever
houwt af
he/she/it severs
houwen af
we sever
houwen af
you all sever
houwen af
they sever
Present perfect tense
heb afgehouwen
I have severed
hebt afgehouwen
you have severed
heeft afgehouwen
he/she/it has severed
hebben afgehouwen
we have severed
hebben afgehouwen
you all have severed
hebben afgehouwen
they have severed
Past tense
hieuw af
I severed
hieuw af
you severed
hieuw af
he/she/it severed
hieuwen af
we severed
hieuwen af
you all severed
hieuwen af
they severed
Future tense
zal afhouwen
I will sever
zult afhouwen
you will sever
zal afhouwen
he/she/it will sever
zullen afhouwen
we will sever
zullen afhouwen
you all will sever
zullen afhouwen
they will sever
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afhouwen
I would sever
zou afhouwen
you would sever
zou afhouwen
he/she/it would sever
zouden afhouwen
we would sever
zouden afhouwen
you all would sever
zouden afhouwen
they would sever
Subjunctive mood
houwe af
I sever
houwe af
you sever
houwe af
he/she/it sever
houwe af
we sever
houwe af
you all sever
houwe af
they sever
Past perfect tense
had afgehouwen
I had severed
had afgehouwen
you had severed
had afgehouwen
he/she/it had severed
hadden afgehouwen
we had severed
hadden afgehouwen
you all had severed
hadden afgehouwen
they had severed
Future perf.
zal afgehouwen hebben
I will have severed
zal afgehouwen hebben
you will have severed
zal afgehouwen hebben
he/she/it will have severed
zullen afgehouwen hebben
we will have severed
zullen afgehouwen hebben
you all will have severed
zullen afgehouwen hebben
they will have severed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgehouwen hebben
I would have severed
zou afgehouwen hebben
you would have severed
zou afgehouwen hebben
he/she/it would have severed
zouden afgehouwen hebben
we would have severed
zouden afgehouwen hebben
you all would have severed
zouden afgehouwen hebben
they would have severed
Present bijzin tense
afhouw
I sever
afhouwt
you sever
afhouwt
he/she/it severs
afhouwen
we sever
afhouwen
you all sever
afhouwen
they sever
Past bijzin tense
afhieuw
I severed
afhieuw
you severed
afhieuw
he/she/it severed
afhieuwen
we severed
afhieuwen
you all severed
afhieuwen
they severed
Future bijzin tense
zal afhouwen
I will sever
zult afhouwen
you will sever
zal afhouwen
he/she/it will sever
zullen afhouwen
we will sever
zullen afhouwen
you all will sever
zullen afhouwen
they will sever
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afhouwen
I would sever
zou afhouwen
you would sever
zou afhouwen
he/she/it would sever
zouden afhouwen
we would sever
zouden afhouwen
you all would sever
zouden afhouwen
they would sever
Subjunctive bijzin mood
afhouwe
I sever
afhouwe
you sever
afhouwe
he/she/it sever
afhouwe
we sever
afhouwe
you all sever
afhouwe
they sever
Du
Ihr
Imperative mood
houw af
sever
houwt af
sever
Further details about this page
LOCATION
Cooljugator
/
Dutch
/
afhouwen
RELATED PAGES
afbouwen
do
afdouwen
do
afhollen
do
afhouden
off
afkauwen
do
afstuwen
do
behouwen
roughhew
inhouwen
do
omhouwen
cut down
schouwen
inspect
Back to Top