Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Behouden (to belong) conjugation

Dutch
4 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
behoud
behoudt
behoudt
behouden
behouden
behouden
Present perfect tense
heb behouden
hebt behouden
heeft behouden
hebben behouden
hebben behouden
hebben behouden
Past tense
behield
behield
behield
behielden
behielden
behielden
Future tense
zal behouden
zult behouden
zal behouden
zullen behouden
zullen behouden
zullen behouden
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou behouden
zou behouden
zou behouden
zouden behouden
zouden behouden
zouden behouden
Subjunctive mood
behoude
behoude
behoude
behoude
behoude
behoude
Past perfect tense
had behouden
had behouden
had behouden
hadden behouden
hadden behouden
hadden behouden
Future perf.
zal behouden hebben
zal behouden hebben
zal behouden hebben
zullen behouden hebben
zullen behouden hebben
zullen behouden hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou behouden hebben
zou behouden hebben
zou behouden hebben
zouden behouden hebben
zouden behouden hebben
zouden behouden hebben
Du
Ihr
Imperative mood
behoud
behoudt

Examples of behouden

Example in DutchTranslation in English
Als ik u uw ouderlijke rechten laat behouden, stemt u dan in dat u dochter voogd wordt?He's where he belongs for now and you're back where you belong.
Onze soldaten, onze jongens doden en sterven in een land dat niet van hen is, omdat enkele oude mannen hun macht willen behouden.Our soldiers, our boys, kill and die in a country that does not belong to them, just so the old man wanted to keep their power.
U kunt uw geloof behouden en in uw gemeenschap blijven.You don't have to change your faith or leave the congregation you belong to.
Ze wil gewoon in het huis blijven die ze deelde met je dochter, haar persoonlijke bezittingen behouden ... alles dat Melanie toebehoorde behoort aan ons.She simply wants to stay in the home she shared with your daughter, keep her personal belongings... everything that belonged to Melanie belongs to us.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afhouden
off
behoeden
save
behoeven
must
behouwen
roughhew
inhouden
contain
nahouden
keep in
omhouden
camp site against
ophouden
cease

Similar but longer

beethouden
love bite

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'belong':

None found.