Zolen (to sole) conjugation

Dutch
11 examples

Conjugation of zolen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zool
I sole
zoolt
you sole
zoolt
he/she/it soles
zolen
we sole
zolen
you all sole
zolen
they sole
Present perfect tense
heb gezoold
I have soled
hebt gezoold
you have soled
heeft gezoold
he/she/it has soled
hebben gezoold
we have soled
hebben gezoold
you all have soled
hebben gezoold
they have soled
Past tense
zoolde
I soled
zoolde
you soled
zoolde
he/she/it soled
zoolden
we soled
zoolden
you all soled
zoolden
they soled
Future tense
zal zolen
I will sole
zult zolen
you will sole
zal zolen
he/she/it will sole
zullen zolen
we will sole
zullen zolen
you all will sole
zullen zolen
they will sole
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou zolen
I would sole
zou zolen
you would sole
zou zolen
he/she/it would sole
zouden zolen
we would sole
zouden zolen
you all would sole
zouden zolen
they would sole
Subjunctive mood
zole
I sole
zole
you sole
zole
he/she/it sole
zole
we sole
zole
you all sole
zole
they sole
Past perfect tense
had gezoold
I had soled
had gezoold
you had soled
had gezoold
he/she/it had soled
hadden gezoold
we had soled
hadden gezoold
you all had soled
hadden gezoold
they had soled
Future perf.
zal gezoold hebben
I will have soled
zal gezoold hebben
you will have soled
zal gezoold hebben
he/she/it will have soled
zullen gezoold hebben
we will have soled
zullen gezoold hebben
you all will have soled
zullen gezoold hebben
they will have soled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gezoold hebben
I would have soled
zou gezoold hebben
you would have soled
zou gezoold hebben
he/she/it would have soled
zouden gezoold hebben
we would have soled
zouden gezoold hebben
you all would have soled
zouden gezoold hebben
they would have soled
Du
Ihr
Imperative mood
zool
sole
zoolt
sole

Examples of zolen

Example in DutchTranslation in English
- Nieuwe zolen en vanavond klaar.New soles. And I need 'em tonight.
- Om de zolen op bloed te testen.To test the soles for blood.
-Er zit een plakkerig goedje onder de zolen.There is a foreign sticky substance on the soles.
Als je een stroomhek door knipt, heb je meer nodig dan rubberen handschoenen en schoenen met dikke zolen.If you're cutting through a high-powered electric fence, you need more than rubber gloves and a pair of thick-soled shoes.
Als jullie lichamen een worden, volg je adem door je ruggengraat naar de zolen van je voeten en in je geslachtsdelen.As your bodies become one, follow your breath through your spine to the soles of your feet and into your genitals.
- Ik heb het over wat er op de zool zit.Yeah. I'm referring to what's on the sole.
Als er vroeger wat aan je zool zat, veegde je het af aan de stoeprand.In my young day, when someone had something on his sole, he was expected to scrape it off!
Als je hier kijkt, dan zie je waar mijn zool is...If you see here, if you see where my sole is...
Ben je klaar voor je zool, Professor?Are you ready for your sole, Professor?
Bewijs van een laars met maat 43. Breed, waarschijnlijk een rubberen zool.Evidence of size ten boots, wide tread, likely rubber sole.
Niet de anti-slip sokken met de rubber zole.Not the slipper socks with the rubber soles.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

balen
do
dalen
descend
delen
share
dolen
roam
falen
fail
gelen
do
halen
fetch
helen
heal
holen
do
ijlen
be delirious
jolen
do
kalen
bald
kelen
do
malen
mill
melen
do

Similar but longer

zoelen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'sole':

None found.
Learning languages?