Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Zolen (to sole) conjugation

Dutch
11 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zool
zoolt
zoolt
zolen
zolen
zolen
Present perfect tense
heb gezoold
hebt gezoold
heeft gezoold
hebben gezoold
hebben gezoold
hebben gezoold
Past tense
zoolde
zoolde
zoolde
zoolden
zoolden
zoolden
Future tense
zal zolen
zult zolen
zal zolen
zullen zolen
zullen zolen
zullen zolen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou zolen
zou zolen
zou zolen
zouden zolen
zouden zolen
zouden zolen
Subjunctive mood
zole
zole
zole
zole
zole
zole
Past perfect tense
had gezoold
had gezoold
had gezoold
hadden gezoold
hadden gezoold
hadden gezoold
Future perf.
zal gezoold hebben
zal gezoold hebben
zal gezoold hebben
zullen gezoold hebben
zullen gezoold hebben
zullen gezoold hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gezoold hebben
zou gezoold hebben
zou gezoold hebben
zouden gezoold hebben
zouden gezoold hebben
zouden gezoold hebben
Du
Ihr
Imperative mood
zool
zoolt

Examples of zolen

Example in DutchTranslation in English
- Nieuwe zolen en vanavond klaar.New soles. And I need 'em tonight.
- Om de zolen op bloed te testen.To test the soles for blood.
-Er zit een plakkerig goedje onder de zolen.There is a foreign sticky substance on the soles.
Als je een stroomhek door knipt, heb je meer nodig dan rubberen handschoenen en schoenen met dikke zolen.If you're cutting through a high-powered electric fence, you need more than rubber gloves and a pair of thick-soled shoes.
Als jullie lichamen een worden, volg je adem door je ruggengraat naar de zolen van je voeten en in je geslachtsdelen.As your bodies become one, follow your breath through your spine to the soles of your feet and into your genitals.
- Ik heb het over wat er op de zool zit.Yeah. I'm referring to what's on the sole.
Als er vroeger wat aan je zool zat, veegde je het af aan de stoeprand.In my young day, when someone had something on his sole, he was expected to scrape it off!
Als je hier kijkt, dan zie je waar mijn zool is...If you see here, if you see where my sole is...
Ben je klaar voor je zool, Professor?Are you ready for your sole, Professor?
Bewijs van een laars met maat 43. Breed, waarschijnlijk een rubberen zool.Evidence of size ten boots, wide tread, likely rubber sole.
Niet de anti-slip sokken met de rubber zole.Not the slipper socks with the rubber soles.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

balen
do
dalen
descend
delen
share
dolen
roam
falen
fail
gelen
do
halen
fetch
helen
heal
holen
do
ijlen
be delirious
jolen
do
kalen
bald
kelen
do
malen
mill
melen
do

Similar but longer

zoelen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'sole':

None found.