Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Zegelen (to seal) conjugation

Dutch
7 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zegel
zegelt
zegelt
zegelen
zegelen
zegelen
Present perfect tense
heb gezegeld
hebt gezegeld
heeft gezegeld
hebben gezegeld
hebben gezegeld
hebben gezegeld
Past tense
zegelde
zegelde
zegelde
zegelden
zegelden
zegelden
Future tense
zal zegelen
zult zegelen
zal zegelen
zullen zegelen
zullen zegelen
zullen zegelen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou zegelen
zou zegelen
zou zegelen
zouden zegelen
zouden zegelen
zouden zegelen
Subjunctive mood
zegele
zegele
zegele
zegele
zegele
zegele
Past perfect tense
had gezegeld
had gezegeld
had gezegeld
hadden gezegeld
hadden gezegeld
hadden gezegeld
Future perf.
zal gezegeld hebben
zal gezegeld hebben
zal gezegeld hebben
zullen gezegeld hebben
zullen gezegeld hebben
zullen gezegeld hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gezegeld hebben
zou gezegeld hebben
zou gezegeld hebben
zouden gezegeld hebben
zouden gezegeld hebben
zouden gezegeld hebben
Du
Ihr
Imperative mood
zegel
zegelt

Examples of zegelen

Example in DutchTranslation in English
Als het wetsvoorstel slaagt, en dat zal het, zegelen we de daad met een eed.If the bill succeeds, and it will, we'd like to seal the act with an oath.
"En het staat geschreven, dat de eerste demon de laatste zegel zal zijn.""And it is written that the first demon shall be the last seal."
"En toen het Lam het tweede zegel opende, hoorde ik het tweede dier zeggen:"And when the Lamb opened the second seal I heard the second beast say 'Come."'
"En toen het Lam het zevende zegel opende..."And when the Lamb opened the seventh seal...
"Hij opende het zesde zegel, en daar geschiedde een aardbeving.""And I looked as he opened the sixth seal... and behold, there was a great earthquake;
"Toen Hij het vijfde zegel opende, zag ik de zielen van hen die geslacht waren."When He opened the fifth seal, I saw the souls of those slain for the word of God.
'De muren van werkelijkheid gesloten, de werelden werden gezegeld, 'heengegaan voor altijd.'The walls or reality closed, the worlds were sealed, 'gone for ever.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

hagelen
hail
kegelen
bowl
kogelen
do
nagelen
nail
pegelen
do
regelen
arrange
vogelen
practice
zadelen
saddle
zamelen
gather
zegenen
bless
zemelen
do
zetelen
reside

Similar but longer

bezegelen
seal

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'seal':

None found.