Vogelen (to practice) conjugation

Dutch
2 examples

Conjugation of vogelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vogel
I practice
vogelt
you practice
vogelt
he/she/it practices
vogelen
we practice
vogelen
you all practice
vogelen
they practice
Present perfect tense
heb gevogeld
I have practiced
hebt gevogeld
you have practiced
heeft gevogeld
he/she/it has practiced
hebben gevogeld
we have practiced
hebben gevogeld
you all have practiced
hebben gevogeld
they have practiced
Past tense
vogelde
I practiced
vogelde
you practiced
vogelde
he/she/it practiced
vogelden
we practiced
vogelden
you all practiced
vogelden
they practiced
Future tense
zal vogelen
I will practice
zult vogelen
you will practice
zal vogelen
he/she/it will practice
zullen vogelen
we will practice
zullen vogelen
you all will practice
zullen vogelen
they will practice
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou vogelen
I would practice
zou vogelen
you would practice
zou vogelen
he/she/it would practice
zouden vogelen
we would practice
zouden vogelen
you all would practice
zouden vogelen
they would practice
Subjunctive mood
vogele
I practice
vogele
you practice
vogele
he/she/it practice
vogele
we practice
vogele
you all practice
vogele
they practice
Past perfect tense
had gevogeld
I had practiced
had gevogeld
you had practiced
had gevogeld
he/she/it had practiced
hadden gevogeld
we had practiced
hadden gevogeld
you all had practiced
hadden gevogeld
they had practiced
Future perf.
zal gevogeld hebben
I will have practiced
zal gevogeld hebben
you will have practiced
zal gevogeld hebben
he/she/it will have practiced
zullen gevogeld hebben
we will have practiced
zullen gevogeld hebben
you all will have practiced
zullen gevogeld hebben
they will have practiced
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gevogeld hebben
I would have practiced
zou gevogeld hebben
you would have practiced
zou gevogeld hebben
he/she/it would have practiced
zouden gevogeld hebben
we would have practiced
zouden gevogeld hebben
you all would have practiced
zouden gevogeld hebben
they would have practiced
Du
Ihr
Imperative mood
vogel
practice
vogelt
practice

Examples of vogelen

Example in DutchTranslation in English
Deze vogel is levenslang trouw... en als hij weet dat hij zijn ware partner heeft gevonden doet hij dit.This bird practices lifelong fidelity. And when it knows it's found its one true mate, it does this.
Ik zal ze vertellen dat de vogel tijdens de training verdwenen is.I will tell them that the bird got lost during practice.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

hagelen
hail
kegelen
bowl
kogelen
do
nagelen
nail
pegelen
do
regelen
arrange
vedelen
do
vezelen
do
zegelen
seal

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

verzamen
do
verzuilen
do
vinden
find
vissen
fish
vlieden
fleet
vlotteren
smooth tars
voedsteren
do
voetjezwieren
foot spin
volbouwen
build over
volvoeren
execute

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'practice':

None found.
Learning languages?