Vertreden (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of vertreden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vertreed
I do
vertreedt
you do
vertreedt
he/she/it does
vertreden
we do
vertreden
you all do
vertreden
they do
Present perfect tense
heb vertreden
I have done
hebt vertreden
you have done
heeft vertreden
he/she/it has done
hebben vertreden
we have done
hebben vertreden
you all have done
hebben vertreden
they have done
Past tense
vertrad
I did
vertrad
you did
vertrad
he/she/it did
vertraden
we did
vertraden
you all did
vertraden
they did
Future tense
zal vertreden
I will do
zult vertreden
you will do
zal vertreden
he/she/it will do
zullen vertreden
we will do
zullen vertreden
you all will do
zullen vertreden
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou vertreden
I would do
zou vertreden
you would do
zou vertreden
he/she/it would do
zouden vertreden
we would do
zouden vertreden
you all would do
zouden vertreden
they would do
Subjunctive mood
vertrede
I do
vertrede
you do
vertrede
he/she/it do
vertrede
we do
vertrede
you all do
vertrede
they do
Past perfect tense
had vertreden
I had done
had vertreden
you had done
had vertreden
he/she/it had done
hadden vertreden
we had done
hadden vertreden
you all had done
hadden vertreden
they had done
Future perf.
zal vertreden hebben
I will have done
zal vertreden hebben
you will have done
zal vertreden hebben
he/she/it will have done
zullen vertreden hebben
we will have done
zullen vertreden hebben
you all will have done
zullen vertreden hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou vertreden hebben
I would have done
zou vertreden hebben
you would have done
zou vertreden hebben
he/she/it would have done
zouden vertreden hebben
we would have done
zouden vertreden hebben
you all would have done
zouden vertreden hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
vertreed
do
vertreedt
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

verbieden
prohibit
verbreden
broaden
vergoeden
compensate
verhoeden
prevent
verkleden
disguise
vermoeden
conjecture
versmeden
do
vertragen
slow down
verzieden
do

Similar but longer

overtreden
violate

Random

verschillen
differ
versnellen
accelerate
verspringen
skip
verteuten
distance uten
vertonen
show
vertrappen
trample
vertrekken
leave
vertuisen
do
vervatten
incorporate
vervlieten
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?