Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Verhoeden (to prevent) conjugation

Dutch
2 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verhoed
verhoedt
verhoedt
verhoeden
verhoeden
verhoeden
Present perfect tense
heb verhoed
hebt verhoed
heeft verhoed
hebben verhoed
hebben verhoed
hebben verhoed
Past tense
verhoedde
verhoedde
verhoedde
verhoedden
verhoedden
verhoedden
Future tense
zal verhoeden
zult verhoeden
zal verhoeden
zullen verhoeden
zullen verhoeden
zullen verhoeden
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verhoeden
zou verhoeden
zou verhoeden
zouden verhoeden
zouden verhoeden
zouden verhoeden
Subjunctive mood
verhoede
verhoede
verhoede
verhoede
verhoede
verhoede
Past perfect tense
had verhoed
had verhoed
had verhoed
hadden verhoed
hadden verhoed
hadden verhoed
Future perf.
zal verhoed hebben
zal verhoed hebben
zal verhoed hebben
zullen verhoed hebben
zullen verhoed hebben
zullen verhoed hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verhoed hebben
zou verhoed hebben
zou verhoed hebben
zouden verhoed hebben
zouden verhoed hebben
zouden verhoed hebben
Du
Ihr
Imperative mood
verhoed
verhoedt

Examples of verhoeden

Example in DutchTranslation in English
Allah zal het verhoeden.- Allah will prevent it. - Aye.
God verhoedt jullie ontsnapping.God has prevented your escape.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

verbieden
prohibit
verbreden
broaden
vergoeden
compensate
verharden
harden
verhoeren
do
verhouden
relate
verkleden
disguise
vermoeden
conjecture
versmeden
do
vertreden
do
verzieden
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'prevent':

None found.