Versmeden (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of versmeden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
versmeed
I do
versmeedt
you do
versmeedt
he/she/it does
versmeden
we do
versmeden
you all do
versmeden
they do
Present perfect tense
heb versmeed
I have done
hebt versmeed
you have done
heeft versmeed
he/she/it has done
hebben versmeed
we have done
hebben versmeed
you all have done
hebben versmeed
they have done
Past tense
versmeedde
I did
versmeedde
you did
versmeedde
he/she/it did
versmeedden
we did
versmeedden
you all did
versmeedden
they did
Future tense
zal versmeden
I will do
zult versmeden
you will do
zal versmeden
he/she/it will do
zullen versmeden
we will do
zullen versmeden
you all will do
zullen versmeden
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou versmeden
I would do
zou versmeden
you would do
zou versmeden
he/she/it would do
zouden versmeden
we would do
zouden versmeden
you all would do
zouden versmeden
they would do
Subjunctive mood
versmede
I do
versmede
you do
versmede
he/she/it do
versmede
we do
versmede
you all do
versmede
they do
Past perfect tense
had versmeed
I had done
had versmeed
you had done
had versmeed
he/she/it had done
hadden versmeed
we had done
hadden versmeed
you all had done
hadden versmeed
they had done
Future perf.
zal versmeed hebben
I will have done
zal versmeed hebben
you will have done
zal versmeed hebben
he/she/it will have done
zullen versmeed hebben
we will have done
zullen versmeed hebben
you all will have done
zullen versmeed hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou versmeed hebben
I would have done
zou versmeed hebben
you would have done
zou versmeed hebben
he/she/it would have done
zouden versmeed hebben
we would have done
zouden versmeed hebben
you all would have done
zouden versmeed hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
versmeed
do
versmeedt
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

hersmeden
reforge
verbieden
prohibit
verbreden
broaden
vergoeden
compensate
verhoeden
prevent
verkleden
disguise
vermoeden
conjecture
versmaden
spurn
versmoren
smother
vertreden
do
verzieden
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

verplichten
oblige
verschenken
do
verschuilen
conceal
versjachelen
do
versluieren
veil
versmallen
narrow
versmelten
melt
verspreiden
splinter
verstarren
become rigid
versterken
strengthen

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?