Verhouden (to relate) conjugation

Dutch
6 examples

Conjugation of verhouden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verhoud
I relate
verhoudt
you relate
verhoudt
he/she/it relates
verhouden
we relate
verhouden
you all relate
verhouden
they relate
Present perfect tense
heb verhouden
I have related
hebt verhouden
you have related
heeft verhouden
he/she/it has related
hebben verhouden
we have related
hebben verhouden
you all have related
hebben verhouden
they have related
Past tense
verhield
I related
verhield
you related
verhield
he/she/it related
verhielden
we related
verhielden
you all related
verhielden
they related
Future tense
zal verhouden
I will relate
zult verhouden
you will relate
zal verhouden
he/she/it will relate
zullen verhouden
we will relate
zullen verhouden
you all will relate
zullen verhouden
they will relate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verhouden
I would relate
zou verhouden
you would relate
zou verhouden
he/she/it would relate
zouden verhouden
we would relate
zouden verhouden
you all would relate
zouden verhouden
they would relate
Subjunctive mood
verhoude
I relate
verhoude
you relate
verhoude
he/she/it relate
verhoude
we relate
verhoude
you all relate
verhoude
they relate
Past perfect tense
had verhouden
I had related
had verhouden
you had related
had verhouden
he/she/it had related
hadden verhouden
we had related
hadden verhouden
you all had related
hadden verhouden
they had related
Future perf.
zal verhouden hebben
I will have related
zal verhouden hebben
you will have related
zal verhouden hebben
he/she/it will have related
zullen verhouden hebben
we will have related
zullen verhouden hebben
you all will have related
zullen verhouden hebben
they will have related
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verhouden hebben
I would have related
zou verhouden hebben
you would have related
zou verhouden hebben
he/she/it would have related
zouden verhouden hebben
we would have related
zouden verhouden hebben
you all would have related
zouden verhouden hebben
they would have related
Du
Ihr
Imperative mood
verhoud
relate
verhoudt
relate

Examples of verhouden

Example in DutchTranslation in English
Ja, in verhouden, denk ik wel.Yeah. To relate, I guess.
Maar als je die ruilt tegen een hoeveelheid staal dan verhouden beide, tarwe en staal zich tot een derde: hun gezamenlijke maatstaf.But if one exchanges it for a certain amount of steel... both commodities, wheat and steel... will be related to a third entity... which is their common measure.
We verhouden ons tot de klok, als twijgen tegenover regen.We relate to it as twigs to the rain:
En hoe verhoudt zich dat tot mijn zaak?And how does that relate to my case?
Ik weet niet hoe oranje zich verhoudt tot zwart, op een manier die nieuw is.I'm not sure how orange correlates with black in a way that's new.
Nou, ik ga weer. Hess' rechten studeren en hoe het zich verhoudt tot enthalpische chemische veranderingen.Now, I'm off to study Hess's law and how it relates to enthalpic chemical change.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

verharden
harden
verhoeden
prevent
verhoeren
do
volhouden
persist

Similar but longer

overhouden
have left

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'relate':

None found.
Learning languages?