Troeven (to trump) conjugation

Dutch
16 examples

Conjugation of troeven

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
troef
I trump
troeft
you trump
troeft
he/she/it trumps
troeven
we trump
troeven
you all trump
troeven
they trump
Present perfect tense
heb getroefd
I have trumped
hebt getroefd
you have trumped
heeft getroefd
he/she/it has trumped
hebben getroefd
we have trumped
hebben getroefd
you all have trumped
hebben getroefd
they have trumped
Past tense
troefde
I trumped
troefde
you trumped
troefde
he/she/it trumped
troefden
we trumped
troefden
you all trumped
troefden
they trumped
Future tense
zal troeven
I will trump
zult troeven
you will trump
zal troeven
he/she/it will trump
zullen troeven
we will trump
zullen troeven
you all will trump
zullen troeven
they will trump
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou troeven
I would trump
zou troeven
you would trump
zou troeven
he/she/it would trump
zouden troeven
we would trump
zouden troeven
you all would trump
zouden troeven
they would trump
Subjunctive mood
troeve
I trump
troeve
you trump
troeve
he/she/it trump
troeve
we trump
troeve
you all trump
troeve
they trump
Past perfect tense
had getroefd
I had trumped
had getroefd
you had trumped
had getroefd
he/she/it had trumped
hadden getroefd
we had trumped
hadden getroefd
you all had trumped
hadden getroefd
they had trumped
Future perf.
zal getroefd hebben
I will have trumped
zal getroefd hebben
you will have trumped
zal getroefd hebben
he/she/it will have trumped
zullen getroefd hebben
we will have trumped
zullen getroefd hebben
you all will have trumped
zullen getroefd hebben
they will have trumped
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou getroefd hebben
I would have trumped
zou getroefd hebben
you would have trumped
zou getroefd hebben
he/she/it would have trumped
zouden getroefd hebben
we would have trumped
zouden getroefd hebben
you all would have trumped
zouden getroefd hebben
they would have trumped
Du
Ihr
Imperative mood
troef
trump
troeft
trump

Examples of troeven

Example in DutchTranslation in English
"Schoppen zijn troeven, geloof ik." Echt, beste Algernon."Spades are trumps, I believe." My dear Algernon, really.
-Schoppen zijn troeven, geloof ik.- Spades are trumps, I believe.
De leider van de vrije wereld troeven lunch?The leader of the free world trumps lunch?
Drie, geen troeven.Three no trumps.
En ik verlies mijn enige dochter want je kan niet de joker spelen wanneer je maar wilt... in een hand zonder troeven.And I lose my only daughter... 'cause you can't play the joker whenever you want in a no-trumps hand.
- Als die jongen uw troef was, dan kon u hem ook genezen met een Russisch vaccin.If the boy was your trump card, Why infect him unless you could also cure him... With a vaccine developed by the Russians?
- Dat is geen troef.- That ain't the trump.
- Randy, waarom vertel je Maria onze troef niet?Randy, why don't you show Maria our trump card?
- Twee zonder troef.2 no trumps.
Als je een troef hebt... moet je die dan niet met me delen?If you're holding a trump card... - don't you think you should share it with me?
- De kerk troeft niet alles af... maar het staat behoorlijk hoog op mijn lijst en dat weet je.Church doesn't trump everything, but it's pretty high on my list and you know that.
- Niemand troeft met een bedreiging van ons land.Nothing trumps a threat to the homeland.
Boek Der Mormonen troeft het ongeboren kind af, snap het.No, Book of Mormon trumps unborn child, got it.
De toekomst troeft het verleden af.- The future trumps the past.
Margaret bereid Lancashire hutsepot en dat troeft een oude beker af.Well, Margaret's preparing Lancashire hotpot and that trumps some old cup any day of the week.
En ze troefde me af door met haar wimpers te knipperen en met de arme sufferd te trouwen.And she trumped me by batting her eyelashes and agreeing to marry the poor duffer.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

groeven
do
proeven
taste
snoeven
do
trommen
do
trompen
do
trossen
do
trouwen
marry

Similar but longer

aftroeven
ruff
introeven
intro here
optroeven
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'trump':

None found.
Learning languages?