Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Tintelogen (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
tinteloog
tinteloogt
tinteloogt
tintelogen
tintelogen
tintelogen
Present perfect tense
heb getinteloogd
hebt getinteloogd
heeft getinteloogd
hebben getinteloogd
hebben getinteloogd
hebben getinteloogd
Past tense
tinteloogde
tinteloogde
tinteloogde
tinteloogden
tinteloogden
tinteloogden
Future tense
zal tintelogen
zult tintelogen
zal tintelogen
zullen tintelogen
zullen tintelogen
zullen tintelogen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou tintelogen
zou tintelogen
zou tintelogen
zouden tintelogen
zouden tintelogen
zouden tintelogen
Subjunctive mood
tinteloge
tinteloge
tinteloge
tinteloge
tinteloge
tinteloge
Past perfect tense
had getinteloogd
had getinteloogd
had getinteloogd
hadden getinteloogd
hadden getinteloogd
hadden getinteloogd
Future perf.
zal getinteloogd hebben
zal getinteloogd hebben
zal getinteloogd hebben
zullen getinteloogd hebben
zullen getinteloogd hebben
zullen getinteloogd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou getinteloogd hebben
zou getinteloogd hebben
zou getinteloogd hebben
zouden getinteloogd hebben
zouden getinteloogd hebben
zouden getinteloogd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
tinteloog
tinteloogt

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.